950
richting gedaan, door o a. voor te schrijven, dat men zich inge
schoten mag beschouwen, als het aantal schoten rechts ongeveer ge
lijk is aan het aantal links. Doch deze regel is o. i. te vaag en
niet stellig genoeg. Hij zal ongetwijfeld tot veel verschil van ge
voelen aanleiding gevenniemand weet toch hoe groot het verschil
mag zijn. Wij achten dit een gebrek in het voorschrift, waaraan
men in de eerste plaats den eisch mag stellen, dat het duidelijk en
beslist zij. Wij achten het evenwel overbodig, die regels hier uit
voerig te critiseerende wijze toch, waarop wij de onze gemotiveerd
hebben, toont duidelijk genoeg aan, in welk opzicht zij naar onze
meening minder juist geacht moeten worden.
Aan het einde van onzen arbeid gekomen, willen wij nog opmerken,
dat wij nergens bij de ontwikkeling onzer regels verondersteld hebben,
dat S50 groot of klein is, waaruit volgt, dat zij evengoed voor achter-
laad-als voor voorlaad- voor getrokken als voor glad geschut
gelden.
A. Regels voor het schieten met één vuurmond,
a) Correctiën voor lengteafwijkingeu.
Het eerste schot met de opzethoogte voor den afstand, als deze
in de schootstafel voorkomt; zoo niet dan met de geïnterpoleerde
opzethoogte voor het meest nabijliggend veelvoud van 25 M. Bij
getrokken mortieren steeds de opzethoogte door interpolatie bepalen.
Valt het le schot of-j-, dan de opzethoogte zooveel vermeerderen
of verminderen als in de kolom correctie voor de le grens van de
schootstafel is opgegeven en deze correctie zoolang toepassen tot een
schot in tegengestelden zin van de (het) voorgaande is waargenomen.
Daarna tusschen de opzethoogten der twee laatste schoten viermaal
halveeren en met de laatst verkregen opzethoogte doorvuren. Indien
tot en met het eerste halveeren met zekerheid is waargenomen, dat
de afwijking van een schot gering is, dan vooruit of teruggaan
met correctie der 1° grens, al naarmate dit schot of -j- is waar
genomen, deze correctie zoo dikwijls toepassen tot een schot in tegen
gestelden zin van de (het) voorgaaude is verkregen, daarna eenmaal
halveeren en met de laatst verkregen opzethoogte doorvuren.
Bij voortgezet vuur geene verandering brengen in de opzethoogte,
tenzij het verschil tusschen het aantal -j- en schoten bij de eerste