958
begroet. Den 15en op laatstgenoemde plaats aangekomen, kreeg ik
last om reeds den 17en met mijn detachement naar Loeboe Likoe
de grens van Makakau, te gaan om een transport vivres en tandoe's'
derwaarts te begeleiden en op laatstgenoemde plaats de hoofdcolonne
in te wachten.
Deze kwam den 2D" Aug. 1853 te Loeboe Likoe aan en ver
volgde den 22°" haar weg naar het district Makakau. Ik ging bij
dezen marsch met mijn detachement, 40 Pradjoerits en een massa
lansdiagers voorop, om, waar het noodig was, het sterk begroeid
voetpad open te kappen.
De weg was uiterst moeielijk; nu klimmende dan weer dalende
en van tijd tot tijd door onafzienbare, steile ravijnen begrensd. Ten
121 uur werd nabjj een beekj g0engei Ajer Rinti, midden in
't bosch halt gehouden en gebivouakeerd en werden van boomstam
men en groote bladeren afdaken gemaakt.
De nacht ging rustig voorbij; den volgenden dag werd doorge
marcheerd en ten 12| uur 's middags Pakan Dalam bereikt. Deze
plaats lag op een hoogte van 15 a 1800 voet boven de oppervlakte
der zee en bood een prachtig uitzicht.
Na aldaar gegeten te hebben, en nadat de paarden waren terug
gezonden, werd de marsch vervolgd; de weg werd steeds vermoei
ender, ja zelfs gevaarlijk door de steile hoogten, waarvan men zich
dikwijls moest laten afglijden om er aan den anderen kant zich
weder met de handen op te werken. Tegen 3 uur bereikte men
een steil, klimmend en aan weerszijden door zwaar begroeide ravijnen
begrensd voetpad, waarop volgens de gidsen een versperring zou zijn
aangelegd, waarachter van borstweringen en palissadeeringen een
hevig vuur op de troepen zou worden geopend.
Yan omtrekken was geen sprake, zoodat op handen en voeren
kruipende moest worden voortgegaan; gelukkig vond de voorhoede
de versperring onverdedigd en kon zij haar dadelijk bezetten.
Dit was zeer in ons voordeel, want het punt was met weinige
manschappen te verdedigen geweest, terwijl bamboekokers waren
aangebracht, waardoor de geweren gelegd en op één punt gericht
konden worden.
Blijkbaar had de vijand ons niet verwacht, we marcheerden door