959 met een detachement naar Komering-Oeloe werd gezonden, vanwaar onrustige bewegingen werden vermeld. Den 22™ van diezelfde maand kwam ik te Moeara-Doea aan en besloot ik reeds kort daarop naar Koeripan op te rukken en spoedig daarna naar de doeson Pau te gaan, alwaar opstandelingen zich op nieuw genesteld hadden en bezig waren, zich te versterken. Den 20en had ik nog een geheime instructie ontvangen, waarbij bepaald werd, dat ik aan het hoofd gesteld werd van een 165 gewerep sterke macht, ten einde alle verzet te onderdrukken en waarin mij verder werd medegedeeld, dat de kolonel de Brauw den 18™ April van Lahat naar Ampat-Lawang zou vertrekken. Ik gaf hierop de volgende kommandementsorder uit: Kommandementsorder N°. 1 Moeara-Doija, 24 April 1854. Alhier ter plaatse aangekomen zijnde, zoo zal van heden af aan, inge volge order van den majoor wd. Militairen Kommandant van Palembang en van den kolonel, M. K. van P., tijdelijk verblijvend te Lahat, he°t kommandement der troepen in Komering-Oeloe op mij overgaan. Eveneens zullen zich, ingevolge bovenaangehaalde kommandementsorders onder mjjne bevelen stellen de 2e luit. van Stuwe met zijn onderhebbend detachement en de Pradjoerits en zal verder het detachement, van Palem bang medegebracht, zoo lang in subsistentie overgaan bij het detachement te Moeara-Doea. De le luitkommd. der troepen in Komering-Oeloe, Prager. Ondertusschen had ter hoofdplaats Palembang een amokpartij plaats gehad, die aanvankelijk de vrees deed koesteren, dat ook daar onrust broeide, doch later bleek een op zich zelf staand feit te zijn geweest. Een geheel in 't wit gestoken Inlander had op den openbaren weg den tokohouder ïïeijdoorn aangevallen en dezen met drie lanssteken verwond, was daarna langs den muur van den kraton gekropen, had den schildwacht overvallen en doodgestoken en was eindelijk naar de sociëteit geloopen, om ouder de daar vergaderde heeren zijn werk voort te zetten. Onderweg was hij den kapitein der infanterie Auffmorth tegen-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 410