960 gekomen, dien hij aangevallen en een paar wonden aan den arm had toegebracht (de heer A, had zich slechts met een rottan-wandelstok kunnen verdedigen). Inmiddels was de officier van piket de le luit. Latour, met getrokken sabel komen toeschieten, doch ook deze bekwam kwetsuren, waaraan hij een paar dagen later overleed. Eindelijk mocht het daarop een uit den kraton toegeschoten partrouille gelukken, den moordenaar met de bajonetten af te maken. Den 24en marcheerde ik met mijn, met inbegrip van de Pradjoerits, 225 man sterk detachement van Moeara-Doea naar Koeripan, •op welke plaats ik, na de noodige veiligheidsmaatregelen genomen te hebben, den nacht besloot door te brengen. Behalve een klein alarm, dat echter weinig beteekende, ging de nacht rustig voorbij, zoodat den 25en naar het vijandige Pau kon worden opgerukt. Ten 9| uur kwam de colonne voor deze doeson aan, waarop na eenige verkenning, een gedeelte der Pradjoerirs door eene omtrekking naar de achterzijde van de plaats werd gezonden. In afwachting van het oogenblik, dat dit doel zou bereikt zijn, werd de overschietende macht onder de orders van de luitenants Gosenson en van Stuwe in front verdekt opgesteld, om na aankomst der Prad joerits aan de achterzijde, van voren den storm te beproeven. Toen er uit de doeson een schot viel, werden een paar worpen met granaten gedaanmen hoorde daarop onder den vijand een ver ward geschreeuw en stormde er onmiddellijk op los. Deze aanval was echter zeer bezwarend, de doeson toch was omringd met zware verhakkingen, bamboe-doeri en randjoes, die alle onder het vuur van twee goed versterkte bastions moesten worden opgeruimd. De mortier werd meer vooruitgebracht en getracht door het lichten van denzelven bres te schieten. Bij den eersten aanloop kregen wij vijf gewonden, die door den officier van gezondheid onder een hevig vuur met zorg en bedaard heid werden verbonden. Ondertusschen hoorde men schoten aan de achterzijde, zoodat de omtrekking gelukt was, maar ook daar stuitte men op zware versperringen. Het gelukte echter eindelijk het hoofd van de Pradjoerits met 1 Inl. sergeant en 4 Inl. fuseliers tot onder de borstwering en verhak- king door te dringen, doch alle pogingen om deze te beklimmen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 411