980 de vereeuiging, het zou zoo moeilijk zijn steeds der zake kundige mannen te vinden voor het beheer, dat zeker niemand er aan denken zal deze handelwijze aan te raden. Bij het zoeken naar middelen ter verzekering der levensyatbaarheid der vereeniging, stelde ik mij in de eerste plaats de vraag, kan men de verhoudingsgetallen der stortingen voor de verschillende rangen niet zoodanig wijzigen, dat de vereeuiging tegenover het nadeel van duurder te zijn dau levensverzekeringmaatschappijen het voordeel stelt, dat de contributies meer iu verhouding komen tot de inkomsten der verschillende rangen, en kan men geen bepalingen maken, waar door het ontduiken der contributies verhinderd wordt. Het valt toch niet te loochenen, dat de stortingen voor de verschil lende rangen, op het oogenblik in het minst niet in verhouding zijn tot de traktementen, en dat gelijke verhoudingen van stortingen en bezoldigingen uit het oogpunt van kameraadschap zeer wenschelijk zouden zijn. Ik geloof dat deze bewering volstrekt geen commentaar behoeft. Stel ik nu een contributie percentsgewijze van de traktementen als desiratum dan kom ik tot de volgende uitkomst: De gezamenlijke inkomsten van de leden der vereenigiDg zullen bedragen f 5500000. Het bedrag der jaarlijksche uitgaven be loopt f 55000.zoodat elk lid jaarlijks (dus ook maandelijks) 1 percent van zijn inkomen, hetzij als actief, als met verlof zijnd of als gepensionneerd officier, zou moeten storten. Er dienen echter ook maatregelen genomen te worden, die be letten, dat men zich door late toetreding onttrekt aan de betaling van een deel der verschuldigde gelden. Verschillende wegen staan daartoe open. In de eerste plaats kan men bepalen dat hij, die na het bereiken van zekeren rang of leeftijd lid wordt, als entrée betaalt het bedrag, dat hij betaald zou hebben, ware hij van af het bereiken van dien ouderdom of rang reeds lid geweest. Hiertoe kan men b. V. aannemen, dat een officier tot aan zijne benoeming tot le luitenant lid kan worden zonder entrée verschuldigd te zijn, doch zoo hij langer wacht met toetreding tot de vereeuiging, l°/0 verschuldigd is van het totale

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 431