982 Op het oogenblik zijn: van de 334 officieren van 2027 jaar 36,25°/0 121 lid van de 335 28 32 v 66,6g0/o 224 daarboven 78,5 °/0 lid Ik heb reeds aangenomen, dat dit laatste cijfer niet hooger zal worden. Door het heffen van de voorgestelde entrees zou men den- zelfden geldelijken toestand verkrijgen, alsof een grooter deel der jongere officieren steeds lid ware. Op hoeveel dat aantal zal moeten begroot worden valt moeilijk te zeggen, daar dit geheel samenhangt met den leeftijd waarop men gemiddeld le luitenant wordt. Stelt men dien leeftijd op 27 jaar, wat niet ver van den juisteu ouderdom zal afwijken, dan zou dat aantal op 39 moeten getaxeerd worden, daar 39 -)- 224 263 juist 78,5 °/0 is van 335, zijnde dit laatste getal het aanial luitenants van 2832 jaar. De inkomsten dier 39 le luitenants bedragen jaarlijks ƒ96000. Het totale inkomen van de leden der vereeniging wordt dus met dat bedrag vermeerderd, en de ten bate der vereeniging te heffen percenten worden, nu iets minder, doch niet noemenswaard in stede van 1 °/0 betaalt men nu 0,98 °/0. Men ziet daaruit dat het nadeel, dat volgens den tegenwoordigen toestand aan de vereeniging wordt toegebracht, door het toetreden van oude personen als leden, zeer gering is, doch men moet niet vergeten, dat op het oogenblik door de weinige sterfgevallen en bijgevolg lage contributies, niemand er tegen opziet om reeds jong lid te worden; het is echter te vreezen, dat bij het stijgen der contributies aanhoudend meer personen er toe zouden komen, het toetreden uit te stellen, tot zij in hooger rang komen, en dan zouden de nadeelen voor de vereeniging zeer aanzienlijk kunnen worden, en zooals ik vroeger betoogde, de vereeniging ten laatste te niet kunnen gaan. De bepaling omtrent de entrées heeft dan ook voornamelijk eene preventieve werking ten doel. Doch nu komt de voornaamste kwestie. Hoeveel betaalt elk offi cier, wanneer de contributie ingevolge bovenstaande regeling wordt vastgesteld op 1 °/0, en is die contributieregeling beteren verkieslijker dan de tegenwoordige.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 433