984
2e. De hoofdofficieren zouden allen, zoowel de actief dienenden
als de gepensionneerdeu (behalve de gepensionneerde majoors) zwaar
der en m. i. billijker belast worden dan nu het geval is.
Het grootste gedeelte der kapiteins zou meer, velen zelfs f 0,90
's maands f 10,80 'sjaars meer, dan nu moeten betalen, en dat komt
mij minder wenschelijk voor, met het oog op het bedrag hunner
traktementen en de kosten van het gezin, vooral als men daarbij in
aanmerking neemt, dat vele kapiteins der infanterie genoodzaakt zijn
rijpaarden te onderhouden, zonder fourageindeinuiteit te ontvangen.
3®. Van de actieve officieren worden alleen de 2° luitenants (een
betrekkelijk gering aantal is echter slechts lid), en de jongste helft
der le luitenants vrij aanzienlijk gebaat door de gewijzigde contributie
heffing.
De contributievermindeiing ad f 0,10 voor een deel der actieve
kapiteins mag geen naam hebben, evenmin als de vermindering voor
de gepensionneerde majoors en kapiteins.
4°. Een groot voordeel verkrijgen de verlofgangers; hun contri
buties zijn voor bijna alle rangen aanzienlijk minder dan nu; vooral
met het oog op hun onvoldoende bezoldigingen heeft dit voordeel
groote waarde.
Leg ik nu de voor- en nadeelen der beide tarieven tegen elkander
in de weegschaal, dan kom ik voor mij tot de conclusie, dat het
voorgestelde tarief wel beter en billijker is dan het oude, doch al even
weinig attracties bezit, voornamelijk omdat de categorieën officieren, die
m. i. in de minst gunstige financieele condities verkeeren, de gepen
sionneerde majoors en kapiteins, onder beide tarieven nagenoeg even
hooge contributies moeten betalen.
De slotsom is, dat m. i. geen bepalingen kunnen gemaakt worden,
waardoor de levensvatbaarheid der vereeniging verzekerd wordt, en dat
dus de vereeniging ons niet op den duur de waarborgen kan geven, dat
het doeluitkeering van f 1000,aan nagelaten betrekkingen, ten
allen tijde zal worden bereikt.
Ik heb mij daarom genoodzaakt gezien andere middelen ter bereiking
van het doel op te sporen, eü meen die ook gevonden te hebben. Zij
zijn geformuleerd in het volgende voorstel, dat ik aan het Bestuur der