987 en geef daarom de voorkeur aan den tweeden weg, die voor ons openstaat b. een accoord sluiten met een levensverzekeringmaatschappij tot het overnemen der risico's, van alle officieren, die op het oogenblik, dat de vereeniging wordt opgeheven, lid zijn. Ik heb mij gewend tot de N. I. Levensverzekering en Lijfrente Maatschappij met de volgende vraag "Welk percentage van hun inkomsten, zullen de op 1 Sept. 1892 aanwezige leden der vereeniging, maandelijks aan de Maatschappij moeten afdragen, tot veikrijging eener verzekering bij overlijden van f 1000. Met de meeste bereidwilligheid werd dit verzoek, dat uitgebreide becijferingen noodig maakte, door de Directie der Maatschappij op de volgende wijze beantwoord: „Wanneer onder de leden, aan te nemen van af Sept. 1892 tot aan het „oogenblik, dat de risico's op de Maatschappij overgaan, de verhoudingen „der leeftijden zijn als op dit oogenblik, en alle leden en bloc overgaan, „dan kan de Maatschappij de verzekeringen sluiten tegen een premie „van 11 2 °/0 van het inkomen van elk lid (actief of gep.), tot den dood „toe te betalen. Mocht de zaak haar beslag krijgen op die wijze, dan „zal deze tak van verzekering, die aan de Maatschappij tot nu toe geheel „vreemd is, geheel op zich zelf worden beheerd. Van de daaruit „te trekken winsten komen volgens de statuten 20 °/0 aan de aan deelhouders der Maatschappij en 80 °/0 aan de verzekerden." De Directie stelde voor deze 80 °/0 niet te besteden aan terugbetaling van premiëu, zooals bij andere categorieën van verzekerden geschiedt, doch ze te bestemmen tot verhooging der uitkeeringen, die daardoor naar alle waarschijnlijkheid van f 1000, langzamerhand zullen stijgen tot f 1100 en f 1200, misschien zelfs hooger, dan wel tot vermindering van het percent contributie. Op grond dezer overweging heb ik de eer, de leden der vereeniging voor te stellen, het bestuur te machtigen tot het doen der noodige stappen, om tot de onder b aangegeven oplossing der kwestie te geraken. Door deze oplossing wordt de contributie der aanwezige leden wel hooger dan zij zou zijn, wanneer de vereeniging een normaal verloop had, doch er staat tegenover dat dit normale verloop niet bereikt kan

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 438