1016 zwaren aan het benoemen van den kapelmeester tot 2en luitenant verbonden, ja ik wil zelfs zeer gaarne toegeven, dat er zeer gegronde bedenkingen tegen bestaan, doch de vroeger te dien op zichte in Nederland opgedane, min aangename ondervinding mag toch geen oorzaak zijn, dat men tot den laatsten dag op het inge slagen pad blijft voortgaan. Maar bovendien, de toestanden in Nederland en die in Indië ver schillen zoo zeer, dat wat goed en begrijpelijk is voor het eerste, in de Koloniën billijkheidshalve niet tot toepassing mag worden gebracht. Het is een ieder bekend, dat de rang vau officier voor den kapel meester van de muziek van de Grenadiers en Jagers te 's Hage misschien den titularis wel aangenaam zal zijn doch dat deze bevordering uit een maatschappelijk oogpunt niet direct nood zakelijk is. In het moederland toch heeft de artist, die aan het hoofd van de stafmuziek der residentie staat, ook al is hij onderofficier, overvloedig gelegenheid om omgang met zijner waardige personen te zoeken en te vinden; van geen fatsoenlijk gezelschap zal hij uitgesloten blijven, kortom hij voelt het smartelijke en vernederende van zijn onderoffi cierspositie niet. Hier in Indië daarentegenmaar waarom zal ik bekende zaken gaan verhalen, waarom zal ik terugkomen op de treurige en toch niet te verhelpen omstandigheid, dat een onderofficier in deze maat schappij, die meer dan eenige andere tot barmhartigheid moest ge stemd zijn, een paria is en blijft. Doch, al het vorenstaande buiten beschouwing gelaten, moet het bevreemding verwekken, dat men bij de benoeming tot 2en luitenant van den kapelmeester der stafmuziek zoo onvermurwbaar is, terwijl bij de andere wapens en diensten te dezen opzichte zulk een groote toegevendheid wordt betracht. Bijv. men ga slechts na, hoe de geneeskundige dienst in de laatste jaren voltallig is gehouden. Uit alle deelen van de wereld heeft men geneeskundigen tot mili tair doctor aangesteld, wel is waar na onderzoek hunner papieren, doch zonder eenige zekerheid omtrent het zedelijk gehalte van de met den officiersrang bekleede personen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 467