1017
Zeker, het zou onbillijk zijn te ontkennen, dat men op die wijze zeer
goede en gewaardeerde elementen in het leger heeft gekregen, dat
men kundige en ervaren vreemdelingen den esculaapsstaf heeft zien
zwaaien, maar aan den anderen kant zal men toch moeten toegeven,
dat men ook koopjes gesnapt heeft, die alleen groot genoeg geweest
zijn, om den geheelen maatregel der vreemdelingen-werving te ver-
oordeelen.
Deelde een paar jaren geleden een uitstekend bekend Hollandsch
geneesheer mij niet mede dat het korps officieren van gezondheid
een lid telde of mischien nog telt, van hetwelk het met geen mogelijkheid
is na te gaan, aan welke Europeesche universiteit het zijn doctorsbul
had veroverd?
En nu de administratie.
Gelukkig is men den laatsten tijd door grooteren toevoer van
geschikte Nederlandsche elementen bij dat dienstvak op den goeden
weg teruggekeerd, doch geruimen tijd heeft men voor de aanvulling
van het officierskorps moeten grijpen, wat er te grijpen was.
Ook hier weer ligt het niet in mijne bedoeling iemand, wie ook,
te krenken integendeel, ik tel onder de officieren, die op de beschreven
wijze bij de legeradministratie in dienst zijn gekomen, veel te goede
vrienden; er zijn onder hen te veel bekwame mannen dan dat het
mij zou kunnen invallen, om de gevolgen van dien maatregel af te keuren.
Toch, de goeden zullen de eersten zijn om het toe te geven, is met
deze eigenaardige soort van recruteering, ook wel wat kaf onder het
koren binnengesmokkeld, dat bij een meer zorgvuldige zuivering zou
zijn achtergebleven.
Doch, men werpt ons misschien tegen, dat deze maatregelen in mijn
betoog niet kunnen dienen, daar men bij de aanvulling van de genees
kundige en administratieofficieren gedurende geruimen tijd niet over
de gewone middelen kou beschikken of wel, dat deze niet toereikende
waren en dus, door den nood gedwongen, zijn toevlucht wel tot bijzon
dere maatregelen moest nemen, ook al vond men die eigenlijk niet te
verdedigen.
Yoor deze redeneering is wel wat te zeggen, doch dan vraag ik op
mijn beurt of de aanvulling van het korps magazijnmeesters bij de
genie en artillerie ook maar een zaak van tijdelijken aard is.