1028
een hond, maar niet voor een paard), en daardoor zijn zelfs, bij aanwezigheid
van latierboomen in plaats van schotten, de paarden (door den halster)
in de gelegenheid om zelf meer ongedwongen te rusten en veel minder
in de gelegenheid om hun buurman te hinderen.
Officierspaarden worden ook minder vermoeid bij dezelfde tochten als
troepenpaarden, omdat ze veel minder gewicht aan harnachement dragen
en meestal beter worden gereden buiten het gelid.
De proef, om bij den troep leggers te voorkomen door de paarden
paillasse te geven, is nooit ernstig genomen. Men neme 100 jonge paarden
zonder leggers, geve 50 hunner paillasse en 50 niet, en houde dit een
jaar vol, onder surveillance van officieren, die oprecht en te goeder trouw
en zonder vooroordeel de uitkomsten willen leeren kennen en men zal
verrassende resultaten zien. Verrassend voor Indiëwaar 50 troepenpaarden
zonder leggers een phenomeen zou wezen.
Wanneer nu in de naaste toekomst werkelijk halsters worden ingevoerd,
dan verkrijgt men daarmede ongetwijfeld een factor waardoor, behalve
het belachelijk getal bijtwonden, ook dat der leggers zal verminderen-
Indische officieren meenen vaak dat de troepenpaarden nauw staan.
Dat is niet het geval. Ze staan veel ruimer dan de paarden in Nederland;
absoluut, zeker enkele centimeters nauwer; maar de paarden hier zijn
wel 3 decimeter korter dan in patria. Paarden die zich geheel in hun
vak kunnen omdraaien (dat ziet men dikwijls) staan niet te nauw.
De meeste leggers ontstaan niet acuut maar zeer geleidelijk, in tegen
stelling met datgene wat men in Europa ziet, waar trouwens de oorzaken
dan ook verschillen. Wordt mij een paard gepresenteerd met een pas
ontstanen warmen, pijnlijken legger, dan laat ik die nat houden, liefst
door permanente irrigatie, wat te Banjoe-Biroe beter uitvoerbaar is dan
te Salatiga door het bezit van een bruikbare pomp. Toch verdwijnt de
legger hierdoor bijna nooit in verloop van 3 a 5 dagen, gelijk in Europa
dikwijls voorkomt. Het water is niet koud genoeg. Steeds laat ik de
hoornwanden en kronen van beide hoeven insmeeren met olie en was,
en dit iederen morgen herhalen ('s nachts staak ik het irrigeeren; uren
lang zonder toezicht raakt het in den regel toch onklaar).
Verzuimt meu dit, dan verweekt het glazuur sterk, wat minder ver
kieslijk is. Zijn na 3 a 4 dagen de ergste verschijnselen verminderd,
zwelling (ook van den onderarm), pijn en warmte van beteekenis minder,
dan laat ik den legger kaal knippen en smeer hem in met sublimaat en
dikke terpentijn 1 op 8. Dit middel, tegenwoordig denk ik bij de meeste
paardenartsen wel in gebruik (maar 1 op 12), ontleen ik aan mijn collega