1044 tijd kan niet plaats hebben, dan met grooter krachtsaanwending, d. i. op den duur alleen door vermeerderd personeel. In het algemeen zal vooral in Iudië op expeditie door vermeerde ring van het aantal dragers veel meer verloren worden, dan door de werktuigen aan kneders uitgespaard wordt, al zijn die werktuigen ook nog zoo eenvoudig ingericht. Daarom komt het ons wenschelijk voor alleen bij de groote ijzeren Perkins-ovens op strand-of tusschenbasis kneedwerktuigen te bezigen, die desnoods door kleine stoomwerktuigjes kunnen gedreven worden. Yan deze laatste zagen wij er in den vorigen harden winter aan het werk voor het ontdooien van de toege- vroren waterleiding, die door twee flinke kerels konden gedragen worden. Wellicht dat van dergelijke werktuigen met water in plaats van met vlampijpen wel een of ander te construeeren is, om den arbeid van twee of drie man voort te brengen. Groot bezwaar zou er niet bij zijn hen met de Perkins-ovens te water aan te voeren. Bij de overige ovens zouden lichte plaatijzeren kneedtroggen behooren. Als personeel ter bediening der veldovens zou gebruik gemaakt kunnen worden van een deel van het bakkers- en Inlandsch hulp personeel der groote militaire bakkerijen, wier taak, de bereiding van grooter hoeveelheden verduurzaamd brood er buiten gelaten, door het vertrek van een aanzienlijke macht aanmerkelijk zou verlicht worden. Bij de militaire bakkerijen zouden de afgegeven werkkrachten desnoods door bevordering van geschikte minderen en kader van het bakkers- personeel, en door aanneming van tijdelijke werklieden aangevuld kunnen worden. Yoor de bediening der genie-ovens, van de ovens, systeem Geneste, Herscher en C°, en voor aanvulling bij de stoomveldovens ware ongetwijfeld partij te trekkken van de militairen, die in de kleinere garnizoenen in het gebruik der eenvoudige steenen ovens zijn geoefend. Overigens moeten daarbij koelies als handlangers worden ingedeeld. Een groot bezwaar is aan onze voorstellen voor de broodvoorziening te velde verbondenzij zullen als de soldaten het meest noodig zijn, wel niet veel, maar toch voortdurend handen aan den strijd ont trekken. Wij zijn ons van het gewicht hiervan ten volle bewust, waar het leger sinds lang reeds onvoldoende moet heeten voor de zware

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 495