1045
taak, die het iu Indië iu de laatste jaren had te vervullen. Wij kunnen
niet ontkennen, dat voor de vervulling onzer voorstellen juist Euro
peanen zullen noodig zijn, Europeanen, die hoe langer zoo meer
kwaadkrijgs zijn voor den militairen dienst in Indië.
Hier tegenover kunnen wij slechts stellen: dat de ondervinding
geleerd heeft, in het belang van den soldaat geen aannemers te velde
te gebruiken.
Hierdoor is het niet te vermijden, dat van militairen voor het ver-
plegingspersoneel wordt gebruik gemaakt.
Zooveel mogelijk moet dit opzettelijk daarvoor aangeworven en
opgeleid zijn, om geen strijdbare en voor den strijd bestemde mannen
daaraan te onttrekken, en om personeel te verkrijgen zooveel mogelijk
vertrouwd met zijn werkkring.
Ofschoon minder dan iu Europa, is het ook in Indië bezwaarlijk
altijd reeds in vredestijd het personeel voor den oorlogstoestand
aanwezig te hebbendit zou de kosten van alle diensten te veel
opdrijven. Daarom moet men zich tevreden stellen met een kern in
tijd van vrede, die in oorlogstijd kan worden uitgebreid. Nu is dit
iu Indië een minder aangenaam verschijnsel voor het leger, dat de
aanvulling van het bakkerspersoneel bij het leger door de eigenaardige
maatschappelijke toestanden hoogst bezwaarlijk is, daar immers Chi-
neezen zich weinig eigenen voor den militairen dienst; hoogstens kunnen
zij een gedeelte van het personeel der groote militaire bakkerijen
vervangen. Vandaar dat eerst bij eenigen duur van een expeditie
over aanvulling uit Europa beschikt zal kunnen worden, zoodat aan
vankelijk wel militairen uit het leger zullen moeten invallen, om den
gang van den dienst te verzekeren, wanneer er meer manschap voor
de veldovens noodig is, dan bij de groote bakkerijen kan gemist wor
den. De verpleging te velde niet te doen plaats hebben met versch
brood zou wellicht op den duur meer manschappen aan de combattanten
onttrekken, dan de enkelen, die voor aanvulling van het bakkersperso
neel te velde zullen noodig zijn.
En hiermede geven wij deze studie in handen van allen, die het
wel meenen met het leger, ons bewust, dat zij voor veel verbeteringen