598 Door tallooze besluiten werden hierin bovendien herhaalde malen wijzigingen gebracht, die dikwijls weinig rekening hielden met bet oorspronkelijke ontwerp en eindelijk oorzaak waren van eene schro melijke verwarring. Om nu uit deze verwarring te geraken nam men zijn toevlucht tot een administratief middel, namelijk het intrekken van alle bestaande formatiebepalingen en het vaststellen van eene zoogenaamd nieuwe formatie voor het Ned. Ind. leger bij Koninklijk besluit van 28 Januari 1882 No. 13. Deze formatie is behoudens enkele sedert plaats gevonden wijzi gingen of tijdelijke regelingen, nu nog van kracht. De formatie van 1882 berustte dus niet op eene legerorganisatie, welke rekening hield met de sedert gewijzigde denkbeelden over de defensie en met de veranderde toestanden in onze bezittingen, doch was slechts een hulpmiddel om uit de boven beschreven verwarring te geraken. Steunt zij dus nog op eenigen grondslag zoo kan dit niet anders zijn dan op restes van een stelsel van verdediging van Midden Java, waarbij de vesting Willem I een hoofdrol speelde. Een stelsel dat reeds in 1882 geheel werd losgelaten en nu zeker door niemand meer in bescherming zal worden genomen. Uit het bovenstaande mag men dus wel de conclusie trekken, dat de formatie van ons leger niet meer op een behoorlijken grondslag steunt en reorganisatie dus gewenscht is. Dit is te meer het geval, omdat de organisatie van ons leger thans evenmin voldoet aan den eisch, dat de overgang van den toestand in tijd van vrede tot dien op oorlogsvoet (mobilisatie), hetzij voor een gedeelte, betzij voor het geheele leger, snel en regelmatig kan plaats hebben zonder ernstige storingen in den gang der machine te veroorzaken. Dat dit tegenwoordig een onafwijsbare eisch is voor de organisatie van ieder leger, zal wel niemand betwisten, nadat men in de gelegenheid is geweest de treurige gevolgen van eene slechte legerinrichting in dit opzicht in 1870 bij het Fransche leger waar te nemen, om van onze eigene geschieienis bij het uitbreken van den Atjeh-oorlog niet te spreken. Eene gedeeltelijke zoowel als eene geheele mobilisatie zal thans,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 49