1058
Yrij algemeen, om niet te zeggen algemeen, wordt aangenomen,
dat men bij het indirecte vuur lading, afstand van den vuurmond
tot het doel enz. zoodanig behoort te kiezen, dat hoogstens 25°/0
schoten vóór of in de dekking verwacht kunnen worden. Nemen wij dit
als waarheid aan, dan is tevens bewezen, dat er meer kans bestaat, dat
het gemiddeld trefpunt, behoorende bij eene opzethoogte, waarmede
men twee plusschoten heeft verkregen, in het doel zal liggen, dan dat
men dit in het doel zal brengen, door de opzethoogte, waarmede men
ten opzichte van de dekking een plus- en een minschot heeft verkregen,
met de noodige correctie te wijzigen.
Resumeeren wij het voorgaande, dan hebben wij bij het herhalen
van het minschot der nauwe grens
a). Twee gevallen op de drie, waarbij het nutteloos verloren is.
5). Eén geval op de drie, waarbij men door eene correctie het
gemiddeld trefpunt in het doel kan brengen. De kans, dat het er dan
werkelijk in zal liggen is dx.
Herhaalt men daarentegen het plusschot, dan heeft men
c). Twee gevallen op de drie, waarbij men zonder correctie kan
doorvuren. De kans, dat dan het gemiddeld trefpunt in het doel zal
liggen, is altijd grooter dan dx.
d). Eén geval op de drie, waarbij men in dezelfde omstandig
heden verkeert, als onder b.
Op grond van het vorenstaande hadden wij het beter geacht, indien
het reglement had voorgeschreven met het plusschot der nauwe grens
door te vuren. Intusschen moet de nauwe grens dan kleiner zijn,
hetgeen verkregen kan worden door in stede van twee-driemaal te
halveeren.
Ook wat betreft de correctieregels voor het voortgezette vuur, gaat
het nieuwe reglement van betere grondslagen uit dan het oude. Zoo
is o. a. voorgeschreven, dat de groep moet worden afgebroken,
wanneer men meer plus- of minschoten krijgt, dan verwacht kunnen
worden.
Het denkbeeld in dezen regel neergelegd verdient alleszins toejui
ching, doch met de wijze, waarop het geformuleerd is, kunnen wij niet
medegaan. De regel is naar onze meening te vaag gesteld, en zal
3