1066 „Dat telkens veranderen van politiek; dat gebrek aan eene vaste conse quent doorgezette richting; die proefnemingen van nieuw optredende „gouverneurs; dit alles stijft den Atjeher in hooge mate in zijn verzet, „in zijne overtuiging dat de Hollanders niet weten wat ze willen, te „zwak zijn om consequent een beginsel door te voeren, daarop doortegaan; „niets kan onze positie, ons aanzien dan ook meer benadeelen dan die „aanhoudende veranderingen. „Yooralis dit het geval indien van richting wordt veranderd nadat de goede „resultaten daarvan in casu de sluiting zich reeds hebben doen gevoelen. „En bij mijn aftreden kon ik met gegronde voldoening op vooruitgang „wijzen, sedert mijne benoeming tot Gouverneur zoowel wat betreft zuiver „politiek als militair gebied. „Met ernst en overtuiging waarschuw ik dan ook tegen de door den tegenwoordigen Gouverneur voorgestane veranderingen van politiek en „geef ik der Regeering dringend in overweging, om den Gouverneur van „Atjeh door eene bindende instructie te dwingen de door Haar vastte- stellen politiek te volgen. „üe Gouverneur zal echter binnen die afgebakende richting de handen „vrij moeten hebben en moeten kunnen beschikken over de ten dienste „staande middelen, zooals hem dit het doelmatigst en het meest in het „belang van den lande voorkomt". En wat het beteekent, als iedere bestuursverandering wijziging brengt in de bestuursinzichten Aanvangende met den Generaal van Swieten hebben wij nu den llen Gouverneur van Atjeh: van Swieten, Pel, Wiggers van Kerchem, Diemontvan cler Heijden, Pruijs van der Hoeven, Laging Tobias, Demmeni, van Teijn, Pompe van Meerdervoort, Deijkerhoff. In dien zelfden tijd hadden wij 5 Gouverneurs-Generaal: Loudon, van Lansberge's Jacobvan Pees, Pijnacker Hordijk, en wat erger is 13 Ministers van Koloniën Fransen van de Putte, Baron van Ooltstein van Bosse, van Pees, Baron van Goltsteinde Brauwvan Erp Taal man Kip, van Bloemen Waa aders, Weitzel, Sprenger van Lijk, Keuclie- nius, Baron Mackay, Baron van Dedem. (hieronder 2 ad. interim). Voeg hierbij nog de wisseling van personen in den Raad van Indië en een zevental algemeene secretarissen, dan ziet men, dat het zeer erg moet zijn, als werkelijk iedere bestuursverandering wijziging brengt in de bestuursinzichten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 517