600 elkaar haspelen van twee afzonderlijke zaken, waarvan het op oorlogs sterkte brengen voor den afmarsch uit het garnizoen do eene, en het aanvullen van later geleden verliezen de andere is, de mobili satie onnoodig gecompliceerd en moeilijk gemaakt. Had men in 1877 bij de oprichting der depotbataljons deze twee geheel afzon derlijke handelingen streng gescheiden gehouden, vermoedelijk zou de inrichting dier bataljons niet zooveel te wenschen hebben over gelaten. Had men nagegaan wat bij de meeste legers het doel dier bataljons is, zoo had men kunnen zien, dat daar het streven bestaat om iedere afdeeling, zooveel mogelijk, zich zelf op oorlogssterkte te doen brengen, terwijl de depots meer de taak hebben de latere verliezen aan te vullen. Had men dus naar het voorbeeld der Europeesche legers rekening gehouden met dit principe, zoo zou men bij het overbrengen van de reeruten van de veld-naar de depot bataljons, de sterkte van de compagnieën der veldbataljons zoodanig bepaald hebben, dat zij na aftrek der bij een troep altijd aanwezige nonvaleurs, als krijgsraadarrestanten, zieken, enz. eene zoodanige sterkte overhielden als voor het gebruik te velde gewenschtis. Men had dus bij deze compagnieën de administratieve sterkte zoodanig moeten nemen, dat de oorlogssterkte altijd aanwezig was. Hierdoor zouden de afdeelingen oin op oorlogssterkte te komen, haar over compleet, dat vermoedelijk alleen op papier zou hebben bestaan, slechts hebben over te geven aan de dan bij ieder veldbataljon op te richten depotcompagnie, welke de taak gehad zou hebben dit personeel, naarmate het vrij kwam, te dirigeeren op het depotbataljon, waaronder het veldbataljon ressorteerde. Men had dan wel is waar een schakel meer verkregen dan in de Europeesche legers, doch dit oprichten van depotcompagnieën bij de veldbataljons tijdens de mobili satie is moeilijk te vermijden, wegens den nasleep van vrouwen en kinderen, die een Indische troepenafdeeling altijd aankleeft, en wegens het gemis van het regimentsverband in ons leger. Dat men hierdoor vlugger en zekerder de veldbataljons op oorlogs sterkte had kunnen brengen dan bij de thans gevolgde wijze, springt duidelijk in het oog als men nagaat, dat dan iedere compagnie zich zelve op sterkte had gebracht, terwijl nu niet alleen de tusschenkomst van twee bataljonscommandanten, namelijk die van het mobiliseerende

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 51