1071
Juni 1876 op de kust van Pedir en tegen 't einde van dat jaar te
Simpang Olim, de laatste na gedwongen onderwerping door de
militaire macht.
De Gouverneur-Generaal van Lansberge n.l. zag op dit tijdstip (1876)
voornamelijk heil in een gewapend optreden in de Onderhoorigheden, om
de staatjes die onze souvereiniteit nog niet erkend hadden, door de
wapens daartoe te dwingen. De Generaal-Majoor Wiggers van Kerchem,
opvolger van Generaal Pel, kon zich met deze inzichten niet vereenigen,
hij zag geen heil in een agressief optreden met de wapenen in de
Onderhoorigheden, waarvan de gevolgen z. i. niet te berekenen waren
en gaf er verre de voorkeur aan, om vooralsnog alle beschikbare
troepen in Groot-Atjeh te houden, noodig ter voltooiing van het
programma van den Generaal Pel. In den strijd op de Oostkust
destijds tusschen Simpang Olim en Kerti uitgebroken en waarbij het
ons, evenals Simpang Olim, vijandige Tandjong Semantoh aan de
zijde van Simpang Olim stond, was de Generaal dan ook tegen het
zenden van troepen tot steun van Kerti zooals de Gouv. Gen.
wenschte—en bepaalde hij er zich toe om aan het vroeger verdreven
hoofd van Merbou, Telioe Moeda Augkasadie Kerti met 500 man
wilde helpen, 150 achterlaadgeweren met munitie en 3000 dollars
te zenden, teneinde Simpang Olim en Tandjong Semantoh afbreuk
te doen. De Gouverneur-Generaal echter, die, door het met de wapenen
dwingen van erkenning onzer souvereiniteit, hoopte de voor die
weerspannige staatjes nog steeds voortdurende dure blokkade te kun
nen opheffen, liet toen den Generaal Wiggers van Kerchem ver
vangen door Generaal Diemnntdie, onmiddellijk na zijn optreden in
November 1876, door het zenden van eene militaire expeditie, Sim
pang Olim en Tandjong Semantoh, tot erkenning van onze souve
reiniteit dwong en tot regeling van de bestuursaangelegenheden daar
een controleur plaatste, gedekt en gesteund door een 'militaire be
zetting.
Hadden wij, zooals wij zagen, in Mei 1875 op Groot-Atjeh 38
verschillende posten bezet, in 't einde van 1876, dus vóórdat nog het
programma van Generaal Pel geheel voltooid was, was het aantal
bezette punten in Atjeh en Onderhoorigheden geklommen tot 47, waar
van twee—Pedir en Simpang Olimin de Onderhoorigheden (Edi werd