1073
Dat als slechts Pedir zijne medewerking verleendehadden wij
in onze ooren moeten knoopen en op middelen moeten zinnen om
Pedir daartoe te dwingen.
Om nu, na voltooiing van het programma Pel, vasttestellen wat
verder gedaan moest worden, achtte de Gouverneur-Generaal Yan
Lansberge een bezoek aan Atjeh noodzakelijk, ten einde na persoonlijke
aanschouwing van den toestand en plaatselijke overtuiging van den
stand van zaken, de verdere gedragslijn te kunnen vaststellen in
rechtstreeksch overleg met de autoriteiten te Atjeh.
Vóór zijn vertrek van Java, had Z. E. te Batavia nog van een
zekeren Hadji Abdoel Rachman uit de IY Moekims vernomen, dat zoo
wel het Sagi hoofd der XXII Moekims Panglima Polim als het
hoofd der YII Moekims, Tekoe Moeda Baid zich wilden onder
werpen, doch dat de aanraking van die hoofden met ons bestuur werd
tegengewerkt door de hoofden uit Marassa, die belang hadden bij be
stendiging van den tegenwoordigen toestand.
Na de komst van Z. E. te Atjeh medio Maart 1877 scheen het
meer en meer, dat deze mededeelingen waarheid bevatten, want wer
kelijk openden toen Panglima Polim en Tekoe Moeda Baid onder
handelingen tot onderwerping. De omstandigheid verder, dat de me
dedeelingen te Batavia omtrent de stemming in de XXII Moekims
van den Hadji ontvangen, ook bericht werden uit Singapore en Djo-
hore en dat Toeankoe Pangeran Hoesin, een lid van de sultansfa-
milie, zich te Pedir bij het bestuur had aangemeld met de mede-
deeling, dat hij door de hoofden der Sagi's gemachtigd was om on
derhandelingen aan te knoopen over de beëindiging van den oorlog,
bevestigden den landvoogd in het denkbeeld, dat vooreerst te Groot-
Aijeh niet verder met de wapenen moest worden opgetreden, maar eene
politiek van verzoening de nog weerspannige hoofden en grooten tot
toenadering moest brengen.
Dat was jammer!
De G. G. heeft gezegd, dat de meeste militaire autoriteiten met
hem in dit opzicht eenstemmig dachten en moet de oorzaak hiervan
zijn, dat de resultaten die men zag, door den Generaal Pel in zjjn
reeds aangehaalden brief van 30 April 1875 voorspeld waren een
gevolg te zullen zijn van de uitvoering van het door hem toen voor-