1077 Ia de eerste helft van 1878 kreeg het bestuur te Atjeh gelukkig de overtuiging, dat het met de onderhandelingen van de voornaamste hoofden te Groot-Atjeh geen ernst was geweestgeleidelijk toch nam het verzet weder toe en juist het ergste tegenover Lambaroe in het gebied van Tekoe Moeda Baid, terwijl spoedig algemeen Habib Abdoer Rach- man, zwager van Tekoe Moeda Baid, als de ziel van den tegenstand aangemerkt kon worden. Tot ondernemingen op groote schaal kwam het evenwel nog niet en was het dan ook nog mogelijk geweest in Februari en Maart een tocht te ondernemen naar de Zuidelijke nederzettingen in Melaboeh op de "Westkust, in April en Mei naar Gighen op de Noordkust en in Mei en Juni naar Edi en Gedong. Nog waren echter de troepen van Gedong niet teruggekeerd, toen de bekende inval in het door ons bezette gebied van Habib Abdoer Rachman voorviel, welke inval de aanleiding was tot het op Groot- Atjeh geheel veranderen van stelsel. Reeds vóór dat' die inval plaats had, was de G. G. door het zooeven gemelde geleidelijk meer actief optreden van den vijand onder algemeene leiding van den Habib, tot de overtuiging gekomen, dat te Groot-Atjeh niet kon volstaan worden met den in Maart 1877 voorgeschreven weg en had Z. E. bij telegram van 13 Juni den Gouverneur opge dragen, om, na regeling van de zaken in Gedong en Pasanganin dit staatje zou na Gedong opgetreden worden op afdoende wijze aan het verzet in Groot-Atjeh een einde te maken, door, zonder het maken van nieuwe veroveringen of afbreken van onderhandelingen met de wettige hoofden, de benden van Habib te verdrijven en dien aanvoerder onschadelijk te maken. De nagenoeg met deze bevelen samenvallende inval van Habib, die eene belangrijke vermeerdering van onze strijdmacht ten gevolge had, daar onmiddellijk nog Bataljon Infanterie en eene bergbatterij naar Atjeh gezonden werden, terwijl ook de cavalerie op een eskadron werd gebracht, zoodat toen, wat b. v. de Infanterie aangaat, het halve veldleger 9 Bataljons—in Atjeh gelegerd was, gaf eene geheele wending aan de zaak, want toen besloot de Generaal van der Heijden voorloopig van de expeditie naar Pasangan af te zien en met geheel zijne beschikbare macht voor goed te Groot-Atjeh aan het verzet een einde te maken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 528