MILITAIRE ZIGZAG FANTASSIN. Hoe toch met de tijden ook de denkbeelden en zienswijzen veranderen. De tijd ligt nog niet zoo heel ver achter ons, waarin voor officieren, wetenschappelijke kennis, als onnut, overbodig, om niet te zeggen schadelijk werd geoordeeld. En nu? De oorlogskunst is zelfs tot wetenschap verheven. De infanterist is verontwaardigd wanneer men zijn wapen niet als even wetenschappelijk aanmerkt als de artillerie en genie. De wereld wordt overstroomd door miliiair-wetenschappelijke, militair-populaire, quasi-militaire, en andere militaire werken. Doch onder die vele werken, van dagbladartikelen en varia's af tot lijvige boekdeelen toe, zijn slechts weinige bestemd tot een lang durig leven en grooten invloed. Zooals overal zijn hier ook velen geroepen, doch weinigen uitverkoren. Het publiek, zoowel het groote publiek, als het militaire, dat daarvan een deel uitmaakt, schift zelf die schrifturen; wat goed is wordt behouden, de rest gaat in de groote maatschappelijke snip- permand, blijft ongelezen, onopgemerkt. Juist omdat alles wat van minder gehalte is, spoedig verdwijnt en geen noemeuswaardigen invloed uitoefent, betreur ik het dat er militaire autoriteiten gevonden worden die zich tot censors hebbeu opgeworpen, en van officieren eischeu, dat hun geestes kinderen eerst na goedkeuring dier autoriteiten, aan het publiek worden vertoond. Zulk eene bepaling is, naar kond der dagbladen, door het Belgische Ministerie van Oorlog gemaakt. Er werd tevens gemeld, dat die DOOR

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 547