1100 met vernietiging bedreigd. Deze bacil wordt a. o. aangetroffen in artikelen, die onder het liefelijke mom van rechtvaardigheid, er op wijzen, hoe de eene categorie van officieren boven de andere bevoor deeld is, en hoe billijk het zou zijn, als aan de eerste het meerdere werd afgenomen,om voortaan iedereen even weinig te doen ontvangen; dan immers maakte men geen schele oogen! Hoe nobel gedacht! Hoe kameraadschappelijk! Een subliem idee! Ik voor mij noem den auteur van zulk een stuk een communard, die de zon niet in het water kan zien schijnen, een petroleur, die zijn buurmans huis afbrandt, alleen om het genoegen te smaken dat deze evenals hij zelf zonder dak zit. Te betreuren is het, dat dergelijke stukken geschreven en gepubli ceerd wordenen dat er geen middel bestaat om dat te beletten want ook de uitwerking van dergelijke opstellen is dikwijls sterker, dan men wel denkt. Zou de intrekking der paardenfourage van de officieren van sommige dienstvakken er ook niet eenigszins aan te wijten zijn? Wanneer men in geinoede overtuigd is, dat men onvoldoende beloond wordt voor zijne diensten, welnu overtuig de wereld daar van, en vraag om het meerdere, waarop men meent recht te hebben, doch tracht nimmer te bewijzen, dat een kameraad te voel krijgt; dat staat ter beoorieeling van hen, die de koorden der beurs vast houden. Een goed kameraad doet dat nimmer! November 1892.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 551