1118 De loop heeft geen mantel en is ingericht voor patronen met rand. Het geweer heeft eene draaiende grendelafsluiting met afzonderlijken afsluiter, welke met twee vleugels in den geleider wordt geplaatst en een nokje heeft, dat zijne willekeurige bewegingen belet. Deze afsluiter is aan zijn voorvlak zoodanig weggenomen, dat de patroon, zoodra zij uit het magazijn komt, door den haak van den patroontrekker gevat wordt. Om het geladen geweer, dus gespannen haan, te zekeren, wordt het lipje van de zekerheidsinriehting van links naar rechts omgelegd, waar door het daaronder gelegen lichaam van de zekerheidsinrichting vat in de uitholling van de afsluitschroef, waardoor alle beweging van den ge leider belet wordt De aanvankelijke snelheid is 700 M., de trefkans 4 a 5 maal grooter dan bij het Beaumontgeweer, evenzoo het indringingsvermogen. Uitreiking van ontslagbesluiten. Yroeger werd het gezegeld besluit, waarbij een officier uit Zr. Ms. militairen dienst ontslagen was, van Regeeringswege ter uitreiking aan het Departement van Oorlog gezonden. Dit departement deed het aan den betrokken afdeelingscommandant toekomen, die op zijn beurt den korpscommandant weder in den arm nam, om het besluit uit te reiken aan den betrokken officier. Ik moet erkennen, de weg was lang, maar secuurde militaire hiërarchie werd gevolgd en verwikkelingen deden zich niet voor. Thans echter zendt de Regeering het ontslagbesluit rechtstreeks over de post aan den officier, voor wien het bestemd is en krijgt deze laatste het dus in handen, vóórdat zijn korpscommandant daarmede bekend is. Zoo kwam dezer dagen een kapitein des ochtends bij zijn majoor met het verzoek, om onverwijld zijne compagnie te mogen overgeven, daar liij gepensionneerd was. Hierdoor viel de geheele dienst in duigen, maar de man was nu eenmaal ontslagen en had het volste recht, om te eischen zoo spoedig mogelijk van zijne dienstplichten te worden ontheven. Was de kapitein heelemaal niet meer in de kazerne gekomen, had hij bij den morgendienst op zich laten wachten, niemand die er hem een verwijt van zou hebben kunnen maken. Zou, in verband met dezen vreemdsoortigen, anti-militairen toestand, een terugkeer tot den ouden, meer rationeelen weg, niet verkieslijk zijn? A. Gt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 569