1119 Milicien-korporaals. Onder de militairen, die wij gedurende eenige jaren bij het Indisch Leger gedetacheerd krijgen, behooren o. a. ook enkele korporaal-miliciens. Deze gegradueerden hebben in Nederland hunne strepen verworven na een examen, dat veel lichter is dan het onderzoek, dat Indische soldaten daarvoor moeten ondergaan. Een dier korporaals heeft hier te lande een paar malen beproefd, om het examen voor sergeant af te leggen, doch moest telkenmale worden afgewezen. Geen nood, zegt de man, ik keer na ommekomst van mijn verband naar Nederland terug, leg daar het niets beduidende examen voor mili cien-sergeant af en vraag dan zoo spoedig mogelijk een tweede deta cheering naar Indië. Men zal ons toegeven, dat dit wel een omweg is, om in Indië als sergeant te kunnen optreden, bovendien echter is het de vraag of dusdanige alcal de belangen niet schaadt van aspirant-kaderleden in de Koloniën zelf. Ben ik toch wel ingelicht, dan zijn er op dit oogenblik tal van kor poraals, zoowel Europeesche als Inlandsche, die bij gebrek aan vacatures in den sergeantsgraad, reeds lang op bevordering moeten wachten en dien tijd nog zullen verlengd zien, als miliciens zich op de hierboven beschre ven wijze als onderofficier in de Indische armee weten te smokkelen. Men voorkome dus dergelijke akals en bedenke, dat Indische militairen, die met goed gevolg de lessen aan de kaderscholen hebben gevolgd, het eerst recht op bevordering hebben. ERRATA. In het artikel „Schietregels voor granaten met vestinggeschut" acht de schrijver de volgende veranderingen noodig: bldz. 823, regel 1 v. o. staat: n (n—1) (n l)n(n 2) moet zijn: "(n—1) J (n—l)n(n+1) bldz. 825, regel 5 v. b. staat: (n—1) 2 (n—2) (n 3) moet zijn: 2 (n—1) (n—2) (n 3)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 570