606 kan worden, zoodra men de juiste sterkte van ieder wapen afzon derlijk kan bepalen. Deze sterkte nu laat zich eerst bepalen, zoodra men eene vaste basis heeft, waarop de legerorganisatie rust. Thans ontbreekt die basis geheel, doch men zou er een kunnen scheppen door het ontwerpen van een stelsel van verdediging, dat onze krachten niet te hoven gaaten door het aannemen van een systeem voor de buitenbezittingen, waarbij rekening wordt gehouden met de sedert veranderde staatkundige toestanden en de verbeterde en daardoor snellere middelen van verkeer. Of wil men daaren tegen eene verdediging tegen een buitenlandschen vijand loslaten, zoo ontwerpe men een stelsel, waarmee men de rust in onze be zittingen kan handhaven en waarbij men eene voldoende mobiele macht overhoudt voor mogelijke expeditiën. Zoodra men in deze tot eene beslissing gekomen is, kan men, met hoop op succes, de hand aan het werk slaan, omdat men dan den grondslag heeft, waarop men de juiste sterkte en eene doelma tige indeeling der verschillende wapens en diensten kan baseeren. Uit het bovenstaande volgt, dat men thans nog de gronden zal missen, waarop men de sterkte en de juiste indeeling der infanterie kan bepalen. Eene reorganisatie der infanterie zal hierdoor de noodige stabiliteit missen, die onmisbaar is in alle legerzaken. Zij komt ons hierom, hoewel zij vermoedelijk groote verbeteringen zal aanbrengen, minder gewenscht voor; te meer, omdat er veel kans bestaat, dat zij een kapstok wordt, waaraan men de zoo noodige reorganisatie van het geheele leger zal ophangen. Wij zouden dus om afdoende verbetering te verkrijgen eene reor ganisatie van het geheele leger verlangen, gebaseerd op oan soliden grondslag. Niet dat wij het mogelijk achten thans plotseling eene nieuwe organisatie voor het geheele leger in te voeren, doch men stelle deze vast en kome door een geleidelijken overgang zonder groote schokken in eenige jaren van den ouden in den nieuwen toestand. Ben Haag. It-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 57