616
Het zoude ons voor het oogenblik te ver voeren om G. ook in
zjjue overige o.i. even erroneuse beschouwingen over poging, in
zijne verdediging voor het langer behoud en bestaan van het alom
gewraakte art. 17 C. W. en het behoud der lijfstraffen, te volgen
welke evenmin moeielijk te weerleggen zouden zijn, waarvoor wij
wellicht later meer tijd en gelegenheid zullen vinden, die mede te
bespreken.
Ten slotte zij G. de welgemeende raad gegeven in het vervolg
eerst veel betere keunis van. de rechtswetenschap zich eigen te maken
vóór dat hij zich andermaal waagt zijne leeken-ideeën te openbaren.
Ook de hooge toon, waarop hij ons bestrijdt, riekt niet weinig naar
professorale wijsheid. Bij zooveel blijken van weinig ernstige studie
van de rechtswetenschap te hebben gemaakt zoude eenige mate van
bescheidenheid „den leekniet misstaan hebben.
Metis
's GravenhageMaart 1892.