DE DAHOMEIJSCHE STRIJDKRACHTEN. Na de Senaat de noodige middelen heeft toegestaan om de veilig heid van de Fransche etablissementen te Benin te verzekeren en nieuwe aanvallen van de zijde van den Vorst van Dahomey met kracht te weren, boezemt het den lezers van dit Tijdschrift misschien wel belang in, omtrent het leger van dien potentaat te vernemen, hetgeen daarvan in de Revue Scientifique van 23 April jl. staat aangeteekend. In Dahomey is de militaire dienst verplichtend en ieder weerbaar man gehouden de wapens te dragen. De Koning is opperbevelhebber van het leger, doch wijst, als er tot een oorlog besloten is, een generaal aan, die zich aan het hoofd der troepen plaatst. Men kan zonder ^verdrijving het aantal krijgslieden van beroep op 10 a 12000 schatten, terwijl de in tijden van gevaar op te roepen lichtingen het leger nog met ongeveer 10000 man versterken. Als lijfwacht van den Koning dient een heel leger vrouwen, die Ama zones worden genoemd, ten onrechte echter daar zij allen onbereden zijn. Deze dames zijn tot het ongehuwde leven verplicht, doch daarom nog niet altijd Vestaalsche maagden, ten minste Burton, een Engelsch reiziger, weet te verhalen van Amazones die in den harem van den Vorst werden opgenomen en van een kolonel van deze lijfwacht die het levenslicht aan een kind schonk. De hier bedoelde eigenaardige garde wordt voltallig gehouden door de dochters van de hooge legeraanvoerders en ook door inlijving van jeugdige vrouwelijke krijgsgevangenen. De Amazones dragen een vest zonder mouwen, een zeer korte broek met een voorschoot, lang in tijd van vrede, kort opgeschort als er uitgerukt wordt en ten slotte een muts waarop een kaaiman of eenig ander monster is geborduurd. Haar aantal is niet grooter dan 1500. Ze zijn verdeeld in twee bataljons, die gezamenlijk onder het bevel van een

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 68