626 van den weg marcheerende patrouille doorzoekt verderop de be graafplaats en het .daarom heen gelegen boschje, terwijl tijdig door den voortroep eene patrouille van 4 man wordt uitgezonden tot ver kenning van Bab. Tji-Bienoeng. Na volbrachte taak vervoegt deze zich weder bij den voortroep. Ongeveer 400 M. verder begint ten Zuiden van den weg een reeks kampongs. Laat de toestand dier kampongs toe dat eene patrouille zich daardoor en evenwijdig aan den weg kan bewegen zonder te groote moeielijkheden te onder vinden, dan geschiedt dit; dikwijls is dit echter niet mogelijk en moet de voortroep er zich toe bepalen hier en daar eene patrouille de kampong in te zenden. Deze marcheert 40 a 50 M. ver, luis tert, ziet goed rond en keert snel terug. Intusschen bedenke men steeds dat de marsch zoo min mogelijk moet worden vertraagd. Het angstvallig doorzoeken van elk huis, eiken boomgroep is ver moeiend en tijdroovend, terwijl de guerilla toch nog altijd een plaats vindt van waar hij zijn verraderlijk schot lossen of den aanval met het blanke wapen ondernemen kan. Liever zoeke men veiligheid in een geregeld vlug marschtempo en in het verminderen der afstan den. „Serrez les rangs" is het wachtwoord. De Inlandsche vijand bedenkt zich tweemaal vóór hij den aanval waagt op een ordelijk marcheerenden, goed gesloten troep. Handhaving eener strenge marschdiscipline is het beste weermiddel tegen den guerilla. Ook Kapak Nahon en het ten Zuid-Oosten daarvan gelegen bam boebosch worden door patrouilles van den voortroep doorzocht. Is de hoofdmacht bij het meer Tji Salak aangekomen dan wordt den troep eene korte rust gegund en daartoe de volgende vorm aangenomen. De voortroep trekt de spits in en neemt gesloten en in knielende houding tot vuren gereed stelling iets ten Noorden .van de brug; front naar het Zuiden. De hoofdmacht 40 a 50 M. daar achter, het geweer bij den voet, naar beide zijden front. De koelies leggen de vrachten neder. De dekking van den trein verzamelt zich, maakt front naar het Oosten en blijft tot vuren gereed. De achterhoede stelt zich op 25 M. achter den trein, front naar het Noorden en in knielende houding tot vuren gereed. Ongeveer 50 M. ten Oosten van den weg plaatst zij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 77