BIOGRAFIE VAN I)EN TOEKOE PANGLIMA
MAHARADJA TIBANG MOHAMAD.
Aangezien elk officier, die te Atjeh gediend heeft, den Panglima
Tibang kent en ik in de gelegenheid ben eene korte levensbeschrij
ving van hem te geven, heb ik gemeend, daartoe de gastvrijheid te
mogen inroepen van het Indisch Militair Tijdschrift.
Toekoe Panglima Mabaradja Tibang Mohamad is geen Atjeher
van geboorte; hij kwam in Atjeh als kind, herkomstig uit Lahore
(Hindostan).
Aanvankelijk bevond hij zich ter Noordkust van Atjeh bij den
hoeloebalang van Gigieug Bintara Kemangan, en kwam hij daarna
in de onmiddellijke omgeving van den Sultan van Atjeh.
Reeds als jongeling onderscheidde hij zich als panglima prang.
Ter belooning voor de als zoodanig aan den Sultan bewezen dien
sten verwierf hij het eigendomsrecht op de kampong Tiban, waar
onder toen tien mandarsa's behoorden.
Het is dan ook naar aanleiding van deze schenking, dat hij den
titel aannam van Panglima Tibang.
He Sultan droeg hem achtereenvolgens verschillende posten van
vertrouwen op; zoo werd hem vele jaren lang het beheer over de
belastingen (hassil, enz.) en de douane opgedragen, eerst als onder-
sjahbandar, later als rijkssjahbandar, en werd hij meermalen als
panglima laoet uitgezonden ter behandeling van aangelegenheden met de
kuststaten, tot het tegengaan van zeeroof, waaraan toen ter tijd
zelfs de naaste bloedverwanten van den Sultan zich schuldig maakten
en voorts tot regeling van politieke aangelegenheden.
Evenals de Radja van Pedir, schoonvader des Sultans, in verband
met die relatie in zijn tjap den titel Chadam Sultan Atjeh voerde,