637
de tijding omgekeerd evenredig aan den gang van het paard, in
één woord, „beaucoup de bruit et peu de besogne."
Berichten, als: „daar komen ze", „ze zijn daar links het voetpad
ingegaan", „er is artillerie bij" enz. enz. waren talrijk genoeg, maar
een bepaaldelijk goed, logisch en begrijpelijk bericht hooide men in
den regel alleen uit den mond van de officieren.
Bijna nooit kon een minder cavalerist met eenige juistheid de
sterkte van de „ze", die daar aankwamen opgeven, hun marschvorm,
opstelling waren gewoonlijk geheel onbekend, met indstreken hielden
de patrouilles zich slechts zelden op, zoodat ik dan ook meermalen
de aanvoerders de benepen zucht heb hooren slaken, dat zij eigenlijk
nu nog juist zoo ver waren als vóór het uitzenden der patrouilles.
Kwamen de berichten van verschillende kanten binnen, dan deed
hunne onduidelijkheid den chef gewoonlijk in de uiterste verwarring
geraken en wist hij nauwelijks aan welken heilige hij onder die
omstandigheden zijn lot zou aanbevelen.
Deze weinig bevredigende toestand moet, naar mijne meening,
aan twee oorzaken worden toegeschreven; in de eerste plaats aan
het gebrek aan oefening in den verkenningsdienst en ten tweede aan
het onvoldoend overbrengen van overigens goede berichten.
Ik geloof, dat de cavalerie zich in haar eentje niet genoeg in den
verkenningsdienst kan oefenen en dat zij dien wel degelijk op infan
terie en artillerie moet leeren.
Daarom moeten er oefeningen gehouden worden, die volstrekt
geen ontmoeting of gevecht beoogen, maar alleen ten doel moeten
hebben om de ruiterij voor te bereiden op de taak, die haar bij
gecombineerde oefeningen en later te velde wacht, een taak die
werkelijk belangrijk genoeg is, om aan het behoorlijk vervullen
daarvan in vredestijd eenige meerdere moeite te besteden.
Bovendien behoeft deze methode de infanterie of de artillerie niet in
hare gewone diensten te storen, wauneer de eerste marschveiligheids-,
voorposten- of bivouakoefeningen houdt of de laatste stellingen zoekt of
zich in 't terrein met seinkardoezen inschiet, kan de cavalerie eenvoudig
gewaarschuwd worden, dat op dat en dat uur van een zekeren dag
op een aangegeven plek de infanterie of de artillerie zal bezig zijn.
Zonder deze laatste twee wapens te storen of ook maar met hen