"V -A. IR. I A._
Vereeniging tot onderlinge assurantie van officiersrijpaarden.
Aan H.H. Leden wordt kennis gegeven, dat de 2° luitenant der
cavalerie P. Sorgdrager, in verband met het vertrek van den lcn luitenant
der cavalerie P. H. Lisnet, als commissaris der vereeniging is opgetreden.
Yerder wordt beleefd verzocht bij vertrek naar Nederland, pensionneering
enz., waardoor het lidmaatschap ophoudt, hiervan zoo spoedig mogelijk
aan het Bestuur kennis te geven.
Ook acht het Bestuur zich in het belang van de vereeniging verplicht
het navolgende onder de aandacht van H.II. leden te brengen:
Uit eenige door het Bestuur ontvangen verklaringen, bedoeld in de
laatste alinea van art. 2 van het Reglement, is gebleken, dat de in
diezelfde alinea voorkomende woordennoodzakelijkheid van afmaken
niet door alle leden in den geest van het Reglement worden opgevat.
Yolgens het oordeel van het Bestuur bestaat de noodzakelijkheid van
afmaken alleen
a. bij ongeneeslijke besmettelijke ziekten,
l). bij ongeneeslijke ziekten, ten gevolge waarvan het paard binnen
korten tijd toch zou moeten creveeren,
c. bij breuk van een der ledematen.
Bovendien zou het Bestuur het in twijfelachtige gevallen, op plaatsen
waar geen paardenarts is gevestigd, zelfs in het belang van de vereeniging
achten, indien het betrokken lid vooraf schriftelijk het oordeel van
een in eene naburige plaats wonenden paardenarts of veearts inwon,
alvorens tot de afmaking over te gaan, hoewel dit niet in het Reglement
is voorgeschreven.
Op het bovenstaande wordt de aandacht gevestigd, omdat in de ont
vangen verklaringen somwijlen de aard der ziekte niet voldoende duide
lijk werd omschreven, of die ziekte volgens het oordeel van het Bestuur
(na ingewonnen deskundig advies) geen reden tot afmaking had mogen
zijnzooals b. v, bij boegkreupclheicl of verlamming' van de achterhand, in