103 wij ons dan gaan steken, in de sedert jaren bestaande, erfelijke veete tusschen de hoofden der beide federaties, niet in de eervolle rol van souverein, die geen oorlog in zijn land wil tusschen twee hem onder geschikte staatjes en dwingt tot vrede, maar- als handlanger van een der partijen. En welken indruk moeten wij maken als ons optreden op de Noordkust bij Pedir zoo geheel anders is als ons optreden op diezelfde kust bij Pasangan en Gedong. Hier de stelregel sub. 2, steunen van de zwakken tegen de sterken; daar het omgekeerde, het helpen verdringen van wettige hoofden van hunne plaats door den sterkere het maken van veroveringen te vergunnen en hem zelfs door verstrekking van wapens, munitie en geld daartoe aan te moedigen. Ik wil nog met een voorbeeld bewijzen, hoe Pedir alle gelegenheden aangrijpt om zijn erfvijand afbreuk te doen. Wij hebben gezien dat Pedir, evenmin als eenige andere voorname staat in de Onderhoorigheden, een Sultan, naast ons, boven zich wil en ten bewijze hiervan moge nog strekken, dat hoewel Toeankoe Mohamad Daoed, gedachtig aan het nut van invloedrijke huwelijken, reeds ruim 21/2 jaar geleden aanzoek gedaan heeft om de hand van een dochtertje (1) van Tengkoe Pakeh Soleiman, tot dusverre van Pedir's zijde nog niet is overgegaan tot het wisselen van trouwbeloften. Welnu! In 1891 viel in het Pedirsche het volgende voor: Toengkoep, gelegen bezuiden Garoet, maakt deel uit van Soewit Sama Indra van de federatie YI. De hoeloebalang van Toengkoep was panglima van den sultan; door zijne persoonlijkheid had hij nog al gezag en groeide Sama Indra boven het hoofd. T. Bintara Sama Indra durfde nu, uit vrees voor den hoeloebalang Toengkoep, geen inval doen in het gebied van Mantroi Garoet, ook van de federatie VI, met wien hij op zeer gespannen voet verkeerde, doch die aan den hoeloebalang Toengkoep verwant was. Om zich van dezen gevaarlijken onderhoorige te ontdoen, ontbood Sama Indra hem bij zich, de hoeloebalang kwam, doch terwijl hij in een huis op T. Bintara Sama Indra zat te wachten werd hij verraderlijk (1) Dit meisje is geboren uit Tengkoe Pakeh Soleiman's tweede echtgenooto, Potjoet Bongsoer, zuster van Toeankoe Abdul Madjid.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 106