116 invloed kregen nog de oude Tengkoe Kota Karang uit de IX Moekims en Habib Samalanga, maar algemeen hoofd is niemand hunner. De taak van ons bestuur is dus nu om te zorgen, dat deze verschil lende bendehoofden, voor zoover ze niet 't huis behooren in de moekims en kampongs waar zij zich ophouden, aftrekken met hunne onder- hebbenden en voor zoover ze daar wel 't huis behooren, gedwongen worden zich rustig te houden De bevolking, voor zoover ze thans medeschiet door dwang of door godsdienstige opzweeping, scheidt dan daarmede van zelf uit. Hoe moet het bestuur nu te werk gaan om dit gedaan te krijgen Laten wij daartoe eens de VI Moekims van de Sagi XXV in be schouwing nemen. De panglima sagi XXV Sri Setia Oelama Tjoet Abas is een man die zich zeer weinig met bestuursaangelegenheden bemoeit, maar zich in hoofdzaak bezighoudt met cultures, hij woont bovendien te Kloe- wang waar hij sedert 1880 radja is; het gevolg hiervan is, dat de hoeloebalangs der verschillende moekims, ieder in hun gebied, zoo goed als onafhankelijk zijn. Van deze moekims zijn voor ons met het oog op onze geconcen treerde stelling, de VI Moekims, die ten Westen, en de IX Moekims die ten Zuideu aan onze linie grenzen, de gewichtigste. In de VI Moekims staat aan het hoofd de oude T. Hanta Setia Radja, vroeger een onzer geduchtste vijanden, thans zeer oud, blind, afgeleefd en wonende te Lampisang in de kloof van Beradin. Hij heeft maar één zoon T. Rajoet genaamd ten wiens behoeve hij eenige jaren geleden afstand deed vati het bestuur en die zich toen aan ons onderwierp; voor ons is dus deze T. Rajoet hoeloebalang der VI Moekims onder den titel van T Nanta Setia en trekt hij een traktement van ƒ250 's maands. Te zeggen heeft hij echter niets, om de eenvoudige reden, dat hij zoo goed als idioot is en bracht het belang der Atjehers niet mede om dezen toestand voorloopig maar te bestendigen, dan zou T. Rajoet zeker niet lang hoeloebalang aan het hoofd der VI Moekims blijven, want hoewel het sedert onheuglijke tijden te Atjeh de gewoonte is, dat het bestuur in dezelfde familie erfelijk blijft en dit niet alleen zooals de Makota alam voorschrijft wordt toegepast op hoeloe-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 119