121 op den Tjot Goé, öf zich onderwerpen of heengaan moet, terwijl aan de andere zijde van den heuvel hetzelfde het geval is met den beruchten Imam Hab, dan begrijpt men, dat T. Mohamad door die bezetting van dat domineerende punt door onze troepen, onmiddellijk van onze ergste vijanden ontslagen is. Hij heeft dan alleen nog te zorgen voor het doen aftrekken van Habib Samalanga met zijne bende, die zich genesteld heeft nabij onzen vroegeren post Boekit Daroe en op diens aftrekken kan bovendien T. NVq van Merassa, door zijne vermaagschapping met T. Tjihik Boegis, hoofd van Samalanga, weer invloed uitoefenen. Bovendien kunnen wij dat zelf doeu door dwang met de scheepvaartregeling op Samalanga. Zoo zoude ook aangegeven kunnen worden op welke wijze men door pressie op de hoofden in de XXII en XXVI Moekims aan het beschieten van onze posten in dat gedeelte der linie een einde kan maken en tot orde en rust geraken. In de XXII Moekims grenzen de VII Moekims Baid en de V Moekims Montassik aan onze linie. Het hoofd van de V Moekims Montassik is T. Moeda Leman, T. Tjihik kampong Baroe is zijn titel, die zich in 1879 aan den Generaal van der Heijden onderwierp en later nogmaals aan den Gouverneur Pruijs van der Hoeven en die ons bestuur vrij goed gezind is. Hij en T. Ajer Alang (T. Tjoet Hadjet) broeder van den ouden Panglima Polim, zijn voogden over den in 1890 gekozen aanstaanden panglima sagi, die nog te jong is om zelf het besiuur te voeren. Deze T. Ajer Alang onderwierp zich mede in 1879 en verzette zich sedert niet meer tesen ons. Om van hunne gezindheid een bewijs te geven, gaven deze beide voogden aan het bestuur te Atjeh, in 1890 kennis van het over lijden van den panglima sagi, Polim Sri Setia Perkasa, alsook dat de jeugdige radja Koeala (zijn oudste zoon) onder hunne voogdij tot op volger gekozen was. Door deze kennisgeving gaven zij een bewijs het Nederlandsch bestuur te erkennen als souverein van het land, want volgens de Atjehsche gebruiken moet bij het overlijden van een panglima sagi aan den vorst daarvan kennis gegeven worden. In de Makota alam b.v. staat daaromtrent: (zie vertaling van Langen)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 124