132 krachtig te steunen, zullen wij thans voor de zooveelste maal weer ons doel voorbij streven. Ook werkt men daardoor het grootsche plan niet in de hand met P. Waij beoogd, dat door zijne uitmun tende ligging op den grooten handelsweg uit Europa naar China, Japan, Australië en omgekeerd al sedert jaren de aandacht trok van den groothandel en de nijverheid, ook van andere Europee- sche natiën, om daar met een flink kapitaal een groot maritiem station op dien internationalen waterweg op te richten met alle hulp middelen, die handel en zeevaart tot dusverre alleen te Singapore aantreffen. Blijkt bij nader van Regeeringswege te houden deskundig onder zoek, kort en zakelijk te verrichten om geen tijd te verliezen, P. Waij's Noordelijke baai werkelijk alle voordeelen en gemakken aan te bieden, die de concessionarissen opgeven en die noodzakelijk zijn voor eene dergelijke inrichting op groote schaal, dan is het voor Nederland van het uiterste belang dat schoone plan zoo krachtig mogelijk te steunen en daarvoor moet dan niet alleen die vestiging op Waij eene vrijhaven zijn, maar met Oleh-leh de eenige vrijhaven van het geheele gebied. Die Nederlandsche vestiging op Waij zal hierdoor de bron worden, waaruit geheel Groot-Atjeh voor den invoerhandel putten zal, mits slechts gezorgd worde voor eene rechtstreeksche stoomverbinding met Nederland en hierdoor tevens de afnemer van de voor den uitvoerhandel bestemde producten, al dadelijk van Groot-Atjeh, de geheele Westkust en de meest nabij zijnde, niet voor den Europeeschen handel geopende staatjes der Noordkust; later ook, dit zij aan het initiatief der maatschappij zelve overgelaten, door het doen afhalen der producten met vlugge stoomers, van Pedir, Telok Semawé en Edi. Penang wordt daardoor ter zijde gesteld. Het bestuur kan hiertoe krachtig medewerken en dit is hoogst gewenscht, zooals iedereen begrijpt. Mocht onverhoopt van het met P. Waij bestaande plan niets komen, dan moet het gesloten blijven voor den buitenlandschen handel en aan het ontwikkelen van Oleh-leh als eenige vrijhaven krachtig de hand geslagen worden, wat ook mogelijk zal blijken en blijft natuurlijk ook in dit geval eene rechtstreeksche stoomverbinding met Nederland evenzeer van het uiterste gewicht. Bij vestiging te Waij moet ook

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 135