134 Later kunnen ook de blokhuizen Sabang en Pagani gemist worden, het laatste al vrij spoedig. De nieuwe posten moeten de gewone geschutbewapening hebben, de meest gewichtige zoo mogelijk een achterlaadkanon van 12 cM. en een voorlaadkanon van 8 cM.; de andere 2 kanonnen van 8 cM. voorlaad, alle bovendien een mortier. Yoor de bediening van dit geschut zal vermoedelijk eene kleine uitbreiding noodig zijn, misschien kan men door eene eenigszins gewijzigde rangschikking ook met de tegenwoordige voor Atjeh uitgetrokken formatie volstaandit is natuurlijk van ondergeschikt belang. Bij de Infanterie is eene vermeerdering van de formatie met drie kapiteins en 1 luitenant noodig, want voor iederen kapiteinspost zijn noodig één kapitein en twee luitenants, voor iederen luitenantspost van 75 man 2 luitenants. Om voor de bezetting van Poeloe Waij slechts 2 luitenants en 75 man te bestemmen, zooals ik vermeen, dat in beginsel is aangenomen, acht ik niet goed, daar Poeloe Waij een van de gewichtigste posten wordt. Wil men aan de Infanterie geen uitbreiding van kapiteins geven voor de nieuw op te richten posten, dan doet men het beste de minst gewichtige kapiteinsposten in de linie van Groot-Atjeh, zooals b. v. Lamjong, Roempit en Landjamoe maar door geschikte le luitenants te laten commandeeren, want deze kan men, zoo noodig, dadelijk bijspringen en hulp verleenen, de posten op de gewichtige Noordkust en Poeloe Waij niet. Is Samalanga eenmaal bezet, dan is het niet goed die post weder op te heffen, noodig is hij echter niet en misschien zullen er later zelfs redenen ontstaan, om aan eene bezetting van Kroeng Raja de voorkeur te geven. Mochten de omstandigheden er toe leiden Tjot Goé te bezetten, dan verliezen de posten Lampeneroet en Lamreng hun reden van bestaan en moeten zij zoo spoedig mogelijk daarna opgeheven worden. Mijne taak is ten einde. Ik aanvaardde deze in de hoop nut te stichten in het belang van den lande, overtuigd als ik ben, dat met het thans aangenomen stelsel van Scheepvaartregeling, de door mij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 137