139 geruimen tijd toevertrouwd werden aan de zorgen van slechts één persoon; bleek deze niet te vertrouwen te zijn, iets wat men helaas eerst kon merken als het te laat was, dan was het leed op een station niet te overzien. Zoo gebeurde het op Melaboehwaar een geniesoldaat de zorg over de postduiven had, dat daar op een gegeven oogenblik (Augustus 1890) eene schromelijke verwarring heerschte; het aantal duiven was door de groote verliezen tengevolge van de proefvluchten en de aanvallen van ratten tot 39 stuks ingekrompen en van dit aantal was niet eens meer na te gaan, welke van Europeesch ras waren, daar het stamboek niet was bijgehouden wegens ziekte moest ten slotte ook bedoelde geniesoldaat worden geëvacueerd en moest de zorg over de duiven til worden opgedragen aan een Europeesch fuselier van het garnizoen, die zich nimmer met duiven had bezig gehouden. Dat er onder die omstandigheden van africhting geen sprake kon zijn, behoeft zeker geen verder betoog. Het gebrek aan personeel had ook ten gevolge, dat de duiven zon der geleider met de stoomschepen medegegeven en geheel aan de zorg van de gezagvoerders toevertrouwd moesten worden. Dit had dikwijls ten gevolge, dat de duiven aan boord verwaarloosd en niet op de juiste oogenblikken losgelaten werden, zoodat groote verliezen daarvan een gevolg waren. Om aan al de hierboven genoemde bezwaren te gemoet te komen, werd de beschikking gevraagd over een Gouvernementsstoomer, ten einde de africhting geregelder te kunnen doen plaats hebben, en werd een voorstel gedaan om de formatie van het personeel met nog vier man uit te breiden, om aan de talrijke mutatiën behoorlijk het hoofd te kunnen bieden. Om de groote kosten werd van het beschikbaar stellen van een Gouvernementsstoomer afgezien, doch de Chef van den postduivendienst in Atjeh in de gelegenheid gesteld zoovele inspectiën naar de stations te maken als hij noodig oordeelde, ten einde beter toezicht op het personeel en de africhting te kunnen houden. Wat de formatie van het personeel betreft, dit werd bij Gouv. Besluit dd° 14 October 1890, No. 35 uitgebreid met 4 man en alzoo gebracht op 6 Europeesche sergeanten of korporaals en 6 Europeesche geniesoldaten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 142