155
zoo belangrijk aandeel had in de aanvulling van ons officierskorps,
weldra ophouden te bestaan.
Meer dan ooit zal het Indische leger besnoeid zijn in zijn militaire
instellingen en afhankelijk worden van de hulpbronnen in Nederland, die
juist in tijden van ernstig gevaar zullen ophouden ten bate der Koloniën
te vloeien. Elke stap in die richting verzwakt de kracht, die ons leger in
moeielijke oogenblikken kan ontwikkelen, en de opheffing der Militaire
school is een dergelijke stap van vèr strekkende gevolgen.
Het belangrijkste nadeel van de nieuwe organisatie van de officiers
opleiding achten wij echter gelegen in de omstandigheid, dat de
aanstaande Indische officier op den hoofdcursus in Nederland veel
minder goed voor zijne taak kan voorbereid worden, dan zulks te
Mr. Cornelis het geval is.
In Nederland zal men altijd slechts over zeer weinig Indische
officieren als iustructeurs kunnen beschikken. In hoofdzaak moeten
de Indische élèves dus de lessen hunner medeleerlingen van het
Nederlandsche leger volgen en op de behoeften dezer laatsten is het
onderwijs uit den aard der zaak meer in het bijzonder gericht.
Reglementen en dienstvoorschriften, troepen, bewapening, terrein enz.
dit alles is ginds verschillend van hetgeen ten onzent wordt gevonden.
De studie op den hoofdcursus in Nederland kan dus slechts verwarring
stichten in de kennis en de begrippen, die de élèves van den voor
bereidenden cursus te Mr. Cornelis reeds opgedaan hebben en ook
uitsluitend later als officier zullen behoeven in het land, waar zij hun
taak hebben te vervullen.
Aan de opleiding in Nederland moet dus steeds eene schadelijke
tweeslachtigheid kleven en hierom vooral betreuren wij de richting, die
het Opperbestuur in Nederland voornemens is in te slaan.
De maatregel zal leiden tot eene vermindering met 3 luitenants
instructeurs en 6 onderofficieren en manschappen.
Ofschoon het personeel der lcaderscholen aldus in de toekomst zal
worden ontslagen van de lessen, die thans aan de voorbereidende
cursussen worden gegeven, is terecht ingezien, dat het aantal officieren
niet mocht worden verminderd, terwijl zelfs het aantal onderofficieren
instructeurs bij de 4 kaderscholen met 6 Eur. en 10 Inl. sergeanten
zal worden vermeerderd.