178
Ook betreffende deze punten zou eenige toelichting zeei' ge wenscht
zijn, zoodat ik mij daarvoor beleefdelijk houd aanbevolen.
Sprak ik hierboven van eene nieuwe wijze van overbrugging, het
denkbeeld om door middel van petroleumblikken een vlot samen te
stellen, is eenigen tijd geleden door den Ingenieur der le klasse
Wijnmalen, belast met de werken in de Emmahaven, met het beste
gevolg toegepast.
Daartoe is volgens door dien ingenieur welwillend verstrekte in
lichtingen vooraf een raam vervaardigd, bestaande uit 4 balken, lang
12 Meter, Zw. 2 7/2 7, 4 id,, lang 6.50 M., Zw. 13-5/27 en nog een
zestal kortere balken.
De petroleumblikken, die voor de meerdere stijfheid tegen samen-
drukking goed dichtgesoldeerd waren, werden twee aan twee in de
houten kisten gesloten, waarin die blikken in den handel voorkomen
en vormden zoodoende zeer stijve caissons of luchtreservoirs.
Met deze caissons werden nu de vakken van het hierboven bedoelde
raam netjes, evenals zulks met blokjes in een bouwdoos geschiedt,
opgevuld, terwijl het geheel aan de uiteinden van de verschillende
rijen met houten klossen stevig verzekerd en met een vloer van op
het raamwerk gespijkerde planken van 0.03 M. bedekt werd.
Het draagvermogen van het geheele samenstel is gemakkelijk te
berekenen. De 1086 gebezigde blikken vertegenwoordigen een lucht
volume van 1086 X 18 19548 Liters of 19.548 M8, dit is dus ook de
maximum hoeveelheid van het door de blikken verplaatste water,
waartegen, volgens de bekende wet van Archimedes, eene belasting
moet opwegen van 19548 K. G. of ruim 191 2 ton. De overige hout
en ijzerwerken van het vlot bleven op zich zelf juist drijvende.
Yan dit vlot heeft men in de Emmahaven uitstekende diensten
gehad, vooral bij het in den zeebodem indraaien van de schroefpalen
der ijzeren aanlegsteigers, terwijl het dikwijls met nagenoeg zijn
volle draagvermogen aan menschen, gereedschappen, ijzerwerken der
steigers enz. bezwaard werd.
Uit den aard der zaak zal eene inrichting als hier beschreven wordt,
te velde of bij ontscheping van goederen nagenoeg nooit kunnen worden