193 zakelijke uitbreiding der logies-ruimre voor die sterkere bataljons, als ook „met het stelsel van defensie tegenover een buitenlandschen vijand", In de eerste plaats zal ten volle gebruik worden gemaakt van de bestaande kampementen, terwijl vastgehouden zal worden aan het beginsel, dat de veldbataljons zooveel mogelijk moeten verblijven in gezonde streken op Java, die door spoorwegen met de kust zijn ver bonden. Verder zal in de nabijheid van den bestuurszetel n.l. op een nader vast te stellen plaats in het hoogland der Preanger Regent schappen een nieuw kampement worden gebouwd voor 21/a bataljon. De M. v. T. spreekt met de volgende woorden over de keuze van dit nieuwe garnizoen „In het hoogland der Preanger Regentschappen, eene gezonde streek, „waar de politieke toestand in geen enkel opzicht doet vreezen, dat de „troepen daar tot het bewaren der rust zouden kunnen worden vereischt. „Zoodoende heeft men de meeste waarborgen, dat men over die troepen „te allen tijde volkomen vrij zal kunnen beschikken, en niet door over wegingen van staatkundigen of localen aard zal weerhouden worden ze „voor eenige maanden te gebruiken, als het nu en dan noodig mocht zijn, „elders in den Archipel, door spoedig optreden van een krachtig ex peditiekorps, voor de handhaving van ons gezag te waken. Wel is waar „zal, wanneer de getalsterkte der infanterie bij de veldbataljons zooveel „mogelijk over Java en Sumatra verdeeld wordt gehouden op de wijze „als thans het geval is, de voor eene expeditie vereischt wordende troepen- „macht, evenals thans, in de eerste plaats samengetrokken kunnen wor- „den uit de aldus op Java en Sumatra verspreide veldtroepen; maar men „heeft dan in de le mil. afd. op Java bovendien een sterk reservekorps „beschikbaar, dat den doorslag kan geven, om de expeditionaire afdeeling „zoo sterk mogelijk samen te stellen. Men zal zoodoende, waar noodig, „zonder bezwaar onverwijld eene groote kracht kunnen ontwikkelen, wat „thans in mindere mate het geval is". Welk een optimismeHet is, alsof men over marschvaardige brigades zal hebben te beschikken. Als men aan die verwachtingen eenige waarde mocht hechten, dan zou het organiseerend talent, dat dit alles weet te verkrijgen zonder één soldaat meer beschikbaar te stellen, bewondering afdwiDgeu. Maar, helaas, zoodra wij het gebied der schoone phrasen verlaten voor dat der nuchtere werkelijkheid, blijft er ook van die bewondering niets over.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 196