196
kregen worden, want ook de beate kok kan geen omelet maken
zonder eieren.
Intusschen blijkt uit dit overzicht der nieuwe dislocatie, dat de
Atjeh-bezetting met 300 man zal toenemen, waarover overigens
de M. v. T. bet stilzwijgen bewaart. Toch is het zeker niet over
bodig, te denken aan de ingrijpende gevolgen in zake aanvulling.
Wil men in de toekomst die sterkere Atjeh-bezetting compleet hou
den wat toch wel de bedoeling zal zjjn, waartoe anders de cijfers?
dan zal de overige infanterie daartoe nog belangrijker meer offers aan
valide manschappen hebben te brengen, dan thans reeds het geval
is. Yan het mobiel houden van drie bataljons op Java zal dan geen
sprake meer kunnen zijn.
III
De Memorie van Antwoord geeft naar aanleiding van het Voorloopig
Verslag der Tweede Kamer vrij uitvoerige toelichtingen, die echter voor
de toekomst van het wapen der infanterie weinig beloven.
Allereerst wordt er op gewezen, dat men zich niet bepaald heeft tot
het opnemen in de formatie van 4000 Amboneezen en Inlanders een
voudig als fuseliers, maar dat het kader beduidend zal worden versterkt.
„Terwijl thans zoo luidt het verder „de 4000 man, die boven de
„normale formatie zijn toegestaan, over alle korpsen van het leger verspreid
„zijn, en daaronder velen voorkomen, die voor niets anders dan den dienst
„bij de garnizoenstroepen bruikbaar zijn, zal men na de invoering der
„thans voorgestelde formatie bepaaldelijk de veldbataljons op de grootere
„sterkte moeten aanvullen, natuurlijk zooveel mogelijk met manschappen,
„die voor den velddienst geschikt zjjn".
Als hiermede moet betoogd worden, dat de infanterie wel zal voor
uitgaan wat het aantal validen betreft, dan is dat betoog uiterst zwak.
Trouwens, zoo iets kan niet betoogd worden tegenover de nuchtere
waarheid, dat de sterkte met geen enkel man zal toenemen, want ook
die „beduidende versterking van het kader" geeft geen man meer,
daar het aantal fuseliers precies even „beduidend" wordt ingekrompen.
Men heeft thans 4000 fuseliers, voortaan zal men 4000 man kader
en fuseliers te zamen hebben. Voilé, le fait