201 worden gedacht, ofschoon vrees op dit punt, ook met het oog op eene mogelijk andere zienswijze van volgende Regeeringen, alleszins ge wettigd is. Maar, als men werkelijk de aanwerving niet beperkt en dus ongeveer de tegenwoordige sterkte van het Europeesch element wil behouden, althans over alle wapens en diensten te samendan is het niet duidelijk waarom de formatie moest worden ingekrompen. Want dan hebben die nieuwe formatiecijfers, die beneden de feitelijke sterkte zullen blijven, geen andere waarde voor de practijk, dan dat zij de raming op de begrooting kleiner maken dan de werkelijke uit gaven zullen zijn. Wat de verhouding van het aan'al officieren tot dat der minderen aangaat, licht de M. v. A. door de vergelijking met een achttal Eu- ropeesche legers en met de infanterie in Britsch-Indië toe: „dat de voorgestelde verhouding tusschen officieren en minderen gerust „de vergeljjking kan doorstaan, evenzeer met het Britsch-Indische leger „als met de beste legers in Europa". Ofschoon wij geen betoog willen leveren voor de wenschelijkheid van de vermeerdering van het aantal luitenants per compagnie, moet toch worden opgemerkt, dat die vergelijkingevenals trouwens bijna alle vergelijkingen mank gaat. De Europeesche legers kan men wel laten rusten, want ginds zijn de toestanden in alle opzichten geheel anders dan bij ons. Eu ook de organisatie der Britsch-Indische in fanterie, met haar Europeesche eu Inlaudsche regimenten en haar Europeesch en Inlandsch officierskorps, wijkt zóó belangrijk van de onze af, dat de verhoudingscijfers voor ons vrijwel zonder waarde zijn. Molière heeft ons echter reeds geleerd „Et nous aimons bien mieux, nous autres gens d'étude, „Une comparaison qu'une similitude". Welnu, willen wij dan met de „gens d'étude" een vergelijking met het Britsch-Indische leger maken, dan komen wij tot het volgende: Britsch- Eur. bataljon 1 officier op 33 man, Indië. Inl. id. 1 id. 34 a 46 man, Nederl. Eur. Compie 1 id. 49 man, Indië. Inl. id. 1 id. 46 a 47 man. De M. v. A. stelt die verhouding echter voor onze nieuwe com pagnieën op 1 off. op 38 man, doordat zjj de sterkte aan manschap-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 204