17
De stamboom van dit sultansgeslacht is samengesteld zooals op
bijl. I (1) voorkomt, althans voor zoover is nagegaan kunnen worden.
De opvolging is echter niet zoo geleidelijk gegaan als volgens den
stamboom het geval schijnt; meermalen heeft men tegensultans
uitgeroepen en is er strijd gevoerd, zoo b. v. reeds in de eerste jaren,
tijdens sultan Djohan Sjah, toen de verdreven sultan Djemaloe'l Alam,
na zich eerst weder in kampong Djawa gevestigd te hebben, tegen
Kota-Radja oprukte, de mesdjid Raja vermeesterde en van daaruit
de hoofdstad bedreigde, die hij zou ingenomen hebben, ware deze niet
heldhaftig verdedigd geworden door een jongeren broeder van den
vorst, Potjoet Mohamad geheeten, die Djemaloe'l Alam de nederlaag
wist toe te brengen.
Ook sultan Machmoed Sjah werd tot tweemalen verdreven en door
andere personen vervangen, doch hij wist zich ten slotte toch weder
te doen erkennen en in 1781 door zijn zoon Mohamad te doen op
volgen. In al deze opstanden en burgeroorlogen speelde vooral het
sagihoofd der XXII Moekims Panglima Polim een gewichtige
rol. Zelf door eene slavin gesproten uit het vorige sultansgeslacht,
was het geslacht Polim allengs machtiger geworden dan de sultans
van het rijk en had het niet alleen het tegenwoordige geslacht op den
troon helpen plaatsen, maar ook o. a. den bovengenoemden vroegeren
sultan Djemaloe 1 Alam in den Rraton belegerd en daaruit verdreven.
Ook A laïdin Mohamad Sjah werd, na eenigen tijd geregeerd te
hebben, door Panglima Polim van den troon gestooten en een zekere
Maharadja Leboei tot sultan uitgeroepen, doch na het ontstaan van
nieuwe onlusten wist Polim ook dezen sultan weder te verjagen en
diens ferdanamantrie Radja Oedana Lela tot sultan te verheffen,
terwijl Maharadja Lela Lamsepong toen ferdanamantrie werd.
Nu sloegen echter Maharadja Lela Lamsepong, Panglima Mesdjid
Raja, de hoeloebalangs sultan en de panglima's prang, bij den dood
van sultan Alaïdin Mohamad Sjah in 1795 de handen ineen ten gunste
van diens zoon, Toeankoe Woed; zij wisten te bewerken dat Radja
Oedana Lela afgezet werd en plaatsten Toeankoe Woed op den troon
onder den titel Sultan Alaïdin Djauhar Alam sjah. Ook diens regee-
Dl. I, 1892. o
(1) Zie het slot van deze aflevering'.
Bed.