213
Is het nu in Europa van gewicht, dat de vervoermiddelen voor
den zieke en gewonde niet te zwaar zijn, om daardoor de krachten dei-
dragers te spareu, in Indië is de grootst mogelijke lichtheid nog veel
meer een eisch, dewijl de Inlandsche dragers zooveel minder sterk zijn
dan degenen, die dat werk in Europa doen. Het gebrek aan Euro-
peesche elementen in Indië nu maakt het bezigen van deze Inlandsche
hulpkrachten voor het gewondenvervoer onvermijdelijk. Nu heeft
de ondervinding op Atjeh geleerd, dat men niet ongestraft gemiddeld
meer dan 20 KG. op den langen weg aan Inlandsche koelies te velde
te dragen kan geven. Het spreekt wel van zelf, dat een Europeaan in
een brancardhangmat Gwijnse (die ongeveer 10 KG. weegt) een vracht
vormt, veel te zwaar voor twee Inlandsche dragers. Gevallen van
grooten nood uitgezonderd moeten dan ook, voor het vervoer van een
gewonden Europeaan, zij het dan ook in een brancardhangmat, vier
koelies beschikbaar zijn, wil de man niet in slechter omstandig
heden komen dan de verplegiugsartikelen, die te velde gedragen
moeten worden.
Mag men als eisch stellen, dat vier dragers voor één gewonde
beschikbaar zijn, gevallen van overmacht uitgezonderd, dan zal ook een
vermeerdering van gewicht door een zwaarder transportmiddel minder
gevoeld worden, en moet men zich daarover heen zetten, wanneer
dit in alle opzichten in het voordeel van den gewonde is.
Gaan wij nu in het bijzonder na, wat er te Leipzig aan draagbaren
was tentoongesteld, dan valt een keuze niet licht.
Het meest bruikbaar komen ons zonder voorbehoud die voor, wel
ke de Deutscli- Oesterreichische Xfannesmcinn röhren Werkecentral
Bureau Berlin N. W. Pariser platz No. 6 in verschillende phasen
van bewerking heeft tentoongesteld. Deze draagbaar bestaat uit 2
stalen of ijzeren buizen zonder naad, die de draagstokkeu van de
baar vormen. Zij hebben eene middellijn van 3 a 31/2 cM. en
een metaaldikte van 11/2 a 2 m.M. Aan hoofd en voeteinden
zijn zij door dwarsbuizen van l1/2 a 2 cM. diameter verbonden, in
het midden onder den zit van den gewonde, door een beweegbare uitge
bogen buis; zij worden gesteund door 4 lichte, lage pooten. Een
holle beugel van 11 /2 a 2 cM. middellijn is aan het midden der
draagstokken boven de baar bevestigd en met zeildoek overtrokken.