218 Bij zwaren arbeid bevat zij dus het hoogste gehalteaan vet 100 Gr. en aan plastische voedingsstoffen 145 Gr. eiwit (en men rekent dat de soldaat te velde in die omstandigheden verkeert). Volgens deze gegevens bevat het ration der „Dauernahrung" te weinig eiwit 18 °/0 en 70 3/0 meer vet, dit laatste om een te kort aan respira- tore voedingsstof te dekken, voortkomende uit een te kort aan koolhydra ten. Vetten en koolhydraten te zamen geven echter 352 Gr.koolstof, het geen het volgens Voit vereischte cijfer van 353.6 Gr. zeer nabij komt. Rübner vermeldt in zijn Lehrbuch der hygiënep. 474, dat een gezond mensch per dag 306 Gr. vet kan resorbeeren en haalt als voorbeeld de Zwitsersche houthakkers aan, die van 185 tot 300 Gr. vet per dag gebruiken tegen evenredig minder koolhydraten. Br is dan ook wel geen twijfel aan, of een mensch kan het door oefening zeer ver brengen in het opnemen van groote hoeveelheden vet. De vraag mag evenwel gesteld wordenis het waarschijnljjk, dat iemand, gewoon om zeer geringe hoeveelheden vet te verwerken, ongestraft bij uitzondering een groote hoeveelheid per dag zal tot zich nemen? Is theoretisch nu de samenstelling van de „Dauernahrung" niet zuiver, vet toch verteert niet zoo gemakkelijk als koolhydraten, op nog andere omstandigheden moet gelet worden. Door vergelijking van de bestanddeelen, waaruit de yoeding van den inboorling der heete zone bestaat met die van de koudste streken van den aardbodem, komt men tot het besluit, dat het vetverbruik als regel afneemt met de warmte van de luchtstreken, waarin de mensch leeft. Wel bezit men nog geen gegevens genoeg om langs empirischen weg de samenstelling van het normaalration voor de tropen te kunnen vast stellen, zooals Voit dit voor Europa heeft gedaan, maar in de voor- aangehaalde bijzonderheid omtrent de voeding blijkt, dat de mensch instinctmatig zelfs reeds een keuze heeft gedaan. Is nu de „Dauer nahrung theoretisch veel te vetrijk, zelfs voor de gematigde lucht streek, zeker is ze dit voor de tropen. Gevolgen van zulk een grooten aanvoer van vet zullen moeten zijn storingen in de spijsvertering, die in Indië toch al zoo algemeen zijn. (De wijze, waarop het vet uit de „Dauernahrung" wordt bereid, waarover later, en zijn daardoor ontstane gemakkelijke smeltbaarheid (bij 27°) doet ook echter met waarschijnlijkheid aannemen, dat het veel beter en in veel grootere

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 221