223
Indien de G. K. T. werkelijk minder dracht heeft dan de G., dan
zullen bij goed brandende buizen reeds lage springpunten en A.
worden verkregen met goede intervallen. Dit verbetert men dan
door vermindering in T maar tevens zullen dan de intervallen te
groot worden. Yooral bij het vuren tegen gedekte doelen kan hier
door het vuur geheel mislukken.
Met eenige proeven zoude het echter spoedig bekend worden of
de G. en G. K. T. al of niet dezelfde banen hebben.
Juist omdat men te velde ten rechte bij het G. K. T. vuur liefst
niet met de O. H. corrigeert en blindelings vertrouwt op de met G.
geschoten baan, is het van het hoogste belang, hieromtrent alle ze
kerheid te hebben.
Afgescheiden van de omstandigheid of eene door G. bepaalde O. H.
wel zonder eenige correctie voor G. K. T. mag worden overgenomen,
zullen wij eens nagaan of de tegenwoordige wijze van grensschieten
met G. wel aanbeveling verdient.
Indien b. v. op 950 M. 2 schoten vallen, nadat men op 1000 M.
een -j- schot had verkregen, dan moet men nog een schot doen met
de laatste opzothoogte. Dit is volkomen rationeel. Men heeft toch
eene grens van 50 M. bepaald en wil die nu aan weerszijden door
evenveel schoten (2) nader bepalen.
Yalt dit herhalingsschot dan heeft men het doel ingesloten tus-
scben 2 en 2 -f- schoten, die beide 50 M. (d. i. ongeveer 2LSB0
bij het vuur op middelbare afstanden) verschillen.
Nu zet men volgens de bestaande schietregels het G. K. T. vuur
voort met de O. H. van de laatste schoren. Men heeft dan echter
wel meer kans dat de gemiddelde baan te kort is dan te ver.
Was daarentegen het herhalingsschot—gevallen, dan zoude men het
vuur hebben voortgezet op 1000 M., dus op een afstand, waarop men
evenveel kans heeft op als op -j- schoten. In 't eene ge\al helt
men dus over naar die O. H. die ons veel schoten belooft en in
het andere geval naar die, waarbij men evenveel als -f- schoten mag
verwachten.
Dit nu is niet rationeel, daar men de gemiddelde baan door het
doel wenscht te laten gaan.
Dl. I, 1893. 15