246 redenen niet rechtvaardig zoude zijn. De moeielijkheid dier leer moet ons evenwel niet doen afschrikken, omdat ze ingewikkeld is en tot verschil van meening onder de strafrechtbeoefenaars leidt. De grens tusschen handelingen, welke tot voorbereiding dienen en die, welke een begin van uitvoering vormen, is moeielijk te trekken zegt G. te recht; nochtans, trots die erkenning, begrijpt G. niet, dat er nog rechtsbeoefenaars zijn, die de meening van Mr. de Gelder niet kunnen deeleu als deze rechtsgeleerde van oordeel is dat de braak, de inklim ming, het gebruik der valsche sleutels als begin van uitvoering moeten worden beschouwd, terwijl anderen daarin slechts voorbereidende han delingen zien. Wanneer wij o. a. Rossi in zijn meergemeld werk daar omtrent raadplegen, vinden wij het navolgende door hem geschreven „On a trop souvent confondu les actes préparatoires du délit avec les actes d'exécution. De la un grand nombre de consequences aussi funestes que dangereuses sur l'étendue legitime de la jus tice pénale". Als voorbeeld haalt Rossi aan: „des hommes déter- miués a commettre un vol se pourvoient d'échelles, de crochets, de marteaux. A rninuit les complices concertent le plan d'attaque; Us s'approchent de la maison et l'escalade commence. Rigoureuse- meut parlant, nous pourrions les suivre encorecar par l'escala de, par l'effraction même, ils n'ont pas proprement commencé le vol. Ils pourraient employer les mêmes moyens pour enlever une femme, pour arrêter également illégalement un hotnme. L'esca lade, l'effraction, la soustraction frauduleuse du bien d'autrui sont des actes qui se précipitent en quelque sorte les uns sur les autres, pour ne former qu'un seul tout. II ne s'agit pas de commettre les deux premiers pour examiner ensuite a loisir s'ils ont réussi suffisam- tnent bien, s'il ne convient pas de renvoyer le dernier acte a uu autre temps, ou d'en transporter la scène dans un lieu différent. Cependant besluit Rossi les premiers actes que nous avons décrits ne sont, a coup sur, que des préparatifs, l'exécution n'est point commencée, mais tout est disposé pour commencer. Ook het opperrechterlijk college in Nederiandsch Indië is de meening van Rossi toegedaan, hetwelk bij eenige ons bekende arresten (1) heeft beslist dat, in rechtskundigen zin, poging tot diefstal niet bestaat, indien (1) Men leze het Ind. Weekbl. v/h Recht 492, 196 c.i 498.6b; 840.140 c.; 870 35b'

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 249