256 Het sluitstuk. Het sluitstuk beweegt van links naar rechts bij het openen van het kanon. Behalve uit de gewone deelen: sluitwig, sluitplaat en sluitschroef bevat het sluitstuk een uitwerper en een slagpin met span- en aftrekinrichting. Men hanteert het sluitstuk als volgt: 1. Openen. Draai de kruk linksom en trek het sluitstuk uit. De sluitschroef spant de slagpin, het sluitstuk stoot tegen den uitwerper en de patroonhuls wordt uit het kanon geslingerd. Men is tot laden gereed. 2. Sluiten. Schuif het sluitstuk in en draai de kruk naar rechts, Het sluitstuk is gesloten en, met de inmiddels ingebrachte patroon, tot vuren gereed. 3. Afvuren. Het afvuren geschiedt in den regel door middel van het aftrektouwde haak van het aftrektouw wordt in een oog gehaakt, dat, door een ruk aan het touw naar achteren, de slagpin ontkoppelt, die daarop tegen het slaghoedje slaat en de lading doet ontbranden. Desverlangd kan gebruik worden gemaakt van de inrichting tot afvuren door het sluitstuk zelf; men behoeft dan slechts, om elk schot te lossen, den geladen vuurmond te sluiten bij het omdraaien van de kruk gaat het schot af. 4. In de rust stellen. Om voor bepaalde gevallen het afgaan van het schot onmogelijk te maken, dient eene soort pal, die het ontkoppelen van de slapin, dus het afgaan van het schot, belet. Maten en gewichten. Lengte van het kanon Ziellengte Kaliber Trekken diep 1 mM. ten getale 1 8 M. 1.65 M. 6°m 2.3 M. 2.12 M. van Toenemende trekhelling tot den 24 24 spoed van 25 kal De richtas is lang Het kanon weegt met sluitstuk. Broekzwaarte 1.5 M. 7.5 M. 215 KG. 30 1.5 M. 8.7 M. 300 KG, 40 lang 30 kalibers Gcm. lang 38 kalibers gcm

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 259