260 4„ een oordeel te vestigen omtrent het geheele systeem, zijne duurzaamheid en zijne geschiktheid voor het gebruik in den oorlog. le Ladingen en aanvangssnelheden. Als eerste eisch moest voor opgesteld wordendat de terugloop van het stuk (als snellaad- kanondoor rem en spoor op begroeiden bodem opgeheven werd zoodat tusschen de schoten eene geringe correctie der zijlingsche en hoogterichting voldoende was. Niettemin moest binnen de daardoor gestelde grenzen de baan zoo vlak mogelijk en de VQ zoo groot mogelijk zijn. Bij het lange kanon bleek 500 M., bij het korte 420 M. de snelheid te zijn, die daaraan het beste voldeed. Zeer zeker wordt door deze V0 het vermogen van het kanon niet geheel „ausgenutzt"het zou mogelijk zijn bij geringe verhooging van den gasdruk die aanvangssnelheden te verhoogen tot 638 en 500 M. Deze verhoogde snelheden zouden volkomen geschikt zijn als dit geschut als gewoon veldkanon moest worden gebruikt. YToor een snellaadkanon op veldaffuit zijn zij te hoog. Voor de kleine aanvangssnelheden 500 en 420 is eene kruitsoort van geringe korrelgrootte noodig, opdat de lading gelijkmatig verbrande; kruit van 2 mM. brandde te langzaam en gaf bij zeer geringen gasdruk ongelijkmatige uitkomsten. Men kwam, zooals onder „Maten en gewichten" gezegd is, tot ladingen van0.285 KG. en 0.195 KG. gevende bij eene V0 van500 M. 420 M. gasspanningen van1540 atm. 1400 atmosferen. Het buiskruit was kubiek van korrel met eene zijde van 1 mM. 2e. Trefkans en uitwerking. In April en Mei van het vorige jaar werden in Oldebroek en te Scheveningen trefkansproeven geno men met het volle projectiel. Op den 19en April troffen van 70 in snelvuur afgegeven schoten 54 eene cavalerieschijf op 1600 M. Daarbij bleek de invloed van den bodem op de vuursnelheidop lossen grond, waar tusschen de schoten groote correctiën in hoogte en zijlings noodig waren, werden 50 schoten in 6f minuut afgegeven; op vochtig zand steeg de vuursnelheid tot 20 schoten in 1-| minuut, zij was dus circa grooter.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 263