OVERZICHT DER PROEYEN MET HET ROOKZWAKKE BUS
KRUIT AAN DE PYROTECHNISCHE-"WERKPLAATS
TE SOERABA1A.
In de eerste helft van het jaar 1891, toen in beginsel besloten
was tot de invoering van een repeteergeweer van minimaal kaliber
bij het Indische Leger, werd op voorstel van de commissie tot
bestudeering van het geweervraagstuk voor Nederlandsch-Indië door
Zijne Excellentie, den Minister van Koloniën bepaald, dat met eenige
rookzwakke buskruitsoorten een conservatieproef in Indië zou worden
gehouden.
Dit besluit was hoofdzakelijk gegrond op de overweging, dat nog
nimmer door afdoende proeven zekerheid was verkregen omtrent de
vraag of het rookzwakke kruit op den duur tegen eene opbewaring
in de tropen bestand zou blijken. Hoeveel ook dienaangaande door
verschillende schrijvers reeds te berde was gebracht, het staatsbelang
eischte, dat men bij de definitieve keuze eener buskruitsoort, en
alvorens zich belangrijke uitgaven te getroosten, zekerheid had, dat
zij ook in de heete luchtstreek bruikbaar zou blijven.
Was door het hieromschreven doel de richting, waarin de proeven
zich moesten bewegen vrij scherp afgebakend, zoo werd anderszijds de
gelegenheid benut om eenige meerdere kennis omtrent deze kruitsoor-
ten te verkrijgen, dan met behulp van tijdschriften of vakbladen
mogelijk was. Iedereen, die eenigszins bekend is met de literatuur
over dit onderwerp, weet hoe tegenstrijdig veelal de gegevens zijn,
die men op die wijze kan machtig worden en dat vele artikelen
welke hierover handelen den stempel dragen van reclame, of belachelijke
overdrijving. Dikwijls zijn het slechts vertaalde aanprijzingen van
de uitvinders of van de fabrikanten zeiven, die uit den aard der zaak
zorgvuldig alle minder gewenschte eigenschappen van hun product
verzwijgen.
Dl. I, 1893. 19